300
Van uit den rand blijkt het terrein naar alle zijden goed te kunnen
worden overzien, de huizen in de kampong zijn te benutten om den
troep onder dak te brengen, zoodat de op verkenning gezonden officier
meent een geschikte bivouakplaats te hebben gevonden.
Wel is de kampong wat groot, vooral met het oog op de bevei
liging gedurende deu nacht; doch daar de handeling plaats vindt
omstreeks volle maan, kan ook na zonsondergang het terrein goed
worden waargenomen.
Het volgend rapport wordt aan den T. Ct. gezonden:
Ongeveer 100 M. ten Oosten van de brug kampong gevonden voor
„bivouak geschikt.
„Ik heb in den rand voorloopige posten geplaatst''.
Het transport begeeft zich hierop voorwaarts en rukt de aange
wezen kampong binnen.
In het midden wordt halt gehouden en de T. Ct. stelt zich op de
hoogte van het terrein, waarna de volgende maatregelen genomen
worden
Het geheele detachement wordt verdeeld in drie sectiën, ieder sterk:
één commandant, één man kader, 7 a 8 Eur. en 16 Inl. fuseliers.
De jongste officier van het geleide commandeert de 2e sectie, de
beide andere sectiën worden gecommandeerd door Eur. sergeanten.
De le sectie komt dadelijk op wacht, de T. Ct. plaatst de schild
wachten als volgt: in eiken hoek der kampong een dubbelpost
bestaande uit 1 Eur. en 1 Inl. fuselier en verder in het midden van
den Noordelijken en in dat van den Zuidelijken rand een dubbelpost
bestaande uit 2 Inl. fuseliers. De voorloopig door de voorhoede
uitgestelde posten rukken in. De wacht stelt zich op, ongeveer in het
midden der kampong en de commandant krijgt terstond bij het
optrekken de beschikking over eenige koelies, die paden kappen van
de wacht naar de schildwachten en een rondepad binnen langs den
kampongrand.
De le sectie blijft op wacht tot 10 uur N.M.; de 2e van lOu N.M.
2u Y.M.; de 3° onder commando van den T. Ct. van 2 6u Y.M.
De commandant der 2e sectie krijgt last met zijn afdeeling
en eenige koelies dadelijk uit te rukken tot opruiming van
het hout langs den rivieroever vóór den Noordelijken kampongrand