27 priesters, met Hok Canton geschiedenissen trachtende ons a la Niseroin conflict te brengen met Europeesche mogendheden, gesteund door de pers in de Straits, die zich ook minachtend over ons uitliet, ruim van wapens en munitie voorzien die, tengevolge van de geringe beschikbare marinemacht, bijna overal konden ingevoerd worden het was bekend dat de schepen, die peper en pinang haalden zelf de grootste smokkelaars van oorlogscontrabande waren was er voor de tegenpartij geen enkele reden om zich te onderwerpen, had zij slechts te wachten op uitputting van onze financieele krachten, op het tijdstip dat in Nederland de drang om aan onze onmogelijke positie te Atjeh een einde te maken, ons terugtrekken naar een der eilanden ten gevolge zou hebben, of dat een Europeesche oorlog ons misschien noodzaken zou door gebrek aan de noodige troepen op Java, onze positie prijs te geven. Yoor ééne zaak had zij daarbij intusschen zorg te dragen en dat deed zij met meesterlijk talent. Het was: ons door handige en geslepen vleiers op den weg te houden dien wij ingeslagen waren, door ons te overtuigen, dat wij op deze manier het einddoel van ons streven zouden bereiken, dat wij zoodoende vrienden maakten, de hoofden door onze goedheid en milden zin aan ons verbonden en zij zoowel als de bevolking, op den duur naar vrede en rust hakende, van de rechtvaardigheid van ons bestuur overtuigd, zich gewillig algemeen aan ons zouden onderwerpen. Bij velen slaagden de Atjehsche diplomaten boven verwachting, maar de Generaal van Teijn, aanvankelijk medegesleept door de buitengewoon gunstige voorspiegelingen, welke hij van sommigen zijner ambtenaren ontving, doorzag toch spoedig het geslepen spel van bedrog en veinzerij en deed achtereenvolgens de voorstellen, die leidden tot de sluiting van Noord- en Westkust en van het hiermede noodzakelijk verband houdende verbod van uitvoer op Groot-Atjeh uit de door ons bezette stelling. Het waren vooral de snel bereikte gewichtige resultaten, die hij met de in Januari 1888 bevolen sluiting van een gedeelte der West kust erlangde, welke hem tot het stelsel van sluiting brachten, en dit te meer, omdat enkele hoofden herhaaldelijk hadden te kennen ge geven, dat wij met strenge en volhardende afsluiting van Atjeh's kusten bereiken konden wat wij maar wilden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 30