314 zou dit niet het geval behoeven te zijn. Dit doel ware zeker ook te bereiken door de flesch in een uitwendig hard vilten doos met zachten binnenkant te dragen. De kosten zouden wel hooger zijn dan thans, maar de flesch en de dranken die er in bewaard worden, zouden er beide bij winnenvernieuwing om de drie jaar zou over bodig worden, de man zou er één voor zijn heelen diensttijd yan zes jaar kunnen ontvangen. In de afdeeling „literatuur" kwamen twee teekeningen van veld- flesschen voor. Bij laatstgenoemde was eene beschrijving. Zij was ingezonden door Julius Weiss te Rosslan a/Elbe. Dit uitrusting stuk had een bajonetsluiting en lederen omkleeding. De bajonet- sluiting schijnt gemakkelijker dan die met schroef. Zij moet echter ook waterdicht wezen, hetgeen fijn instrumentmakers werk vereischt. Dit zou het maakloon denkelijk opdrijven. Aanbeveling schijnt dus wel de thans bestaande sluiting met kurk aan een kettinkje te verdienen. Een beker met bajonetsluiting zou beter zijn uit een oogpunt van hygiëne en zindelijkheid, daar de man zonder dien bij zorgeloos drinken zijn flesch bemorst met drank en zweet. Men zou evenwel ook deze sluiting aan een kettinkje vast dienen te leggen, om verlies te voorkomen. Bovendien hoe minder losse stukken, hoe eenvoudiger constructie, hoe langer een uitrusting compleet blijft. Menigmaal zou blijken, dat de man zjjn beker te velde weggeworpen of zoek gemaakt had, om den omslag daaraan verbonden kwijt te raken. Wel zou er opgelet moeten worden, dat de hals van de veldflesch volkomen vrij bleef van de bedekking, ronde randen had en de buitenkant van de vilten doos, althans aan de bovenhelft van de flesch vernist was, opdat de drank, die bij het inschenken veelal voor een deel over de veldflesch heengaat, de vilten doos niet doortrekke. Uit een oogpunt van hygiëne zou men de voorkeur aan een aluminium doos moeten geven. Talrijke inzendingen van schoenen, laarzen en slobkousen kwamen op de tentoonstelling voor. Sommige schoenmakers hadden zich

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 317