325
Wat voor Europeesche oorlogvoerende groote legers goed is, kan voor
ons wel verkeerd zijn en evenzoo wat ginds een grove fout zou zijn, kan
voor ons gebiedend noodzakelijk blijken, en zal dan al komt het niet
overeen met de abstracte theorieën moeten worden toegepast.
Ik behoef hier wel, na het vorenstaande, niet nog te zeggen, dat ik
het, in 't algemeen genomen, met Pandio geheel eens ben voornamelijk
daar waar het geldt de aanwending van ons geweer in onze oorlogen
en de opleiding van onze soldaten tot veldschutters.
De eenzijdige, alle practijk, individualiteit en tactiek ter zijde
stellende, alleen op abstracte theorieën gebaseerde richting maakt van
onze soldaten geen veldschutters, doch ongeoefende medepaffers in den
grooten hoop, munitieverspillers op groote schaal; zij is niet instaat
den soldaat zijn wapen te leeren kennen en begrijpen, het is onmogelijk
dat de man vertrouwen in dat geweer kan krijgen en dat hij het goed
leert gebruiken, iets dat voor ons nog van oneindig meer gewicht is,
dan voor de Europeesche legers.
Het komt mij geenszins in den zin hier een strijd te voeren tegen
de theorieën van het bundelvuur, ik zou dit wèl willen tegen de
overdreven toepassing er van in onze oorlogen, doch ik laat ook dit
voor 't oogenblik rusten, maar zal ons opleidingsstelsel tot veldschut-
ter beschouwen uit een oogpunt, waarmede zich ook de majoor Rink
zal kunnen vereenigen.
Ik zal dan op 't oogenblik geheel ter zijde laten de quaestie of het
voor ons nuttig is, in onze oorlogen tegen den Inlandschen vijand,
aan het salvovuur het voornaamste recht toe te kennenik zal eens
aannemen, dat wij in dezelfde oorlogsomstandigheid verkeerden en
voor ons dezelfde regels van toepassing behooren te zijn, die voor de
"Europeesche legers in hunne oorlogen gelden; ik zal dus aannemen,
dat het dienovereenkomstig vermelde in de eerste alinea van 51
Aanhangsel S. P., luidende
„Daar in het gevecht het vuren met afdeelingen regel is, heeft het schiet-
„onderricht hoofdzakelijk ten doel goed schietende infanterie, d.w.z. goed
„schietende groepen, sectiën, pelotons en compagnieën te vormen, enz."
goed gezien was, en nu eens nagaan of dat einddoel door onze op-
leidiugsmethode kan verkregen worden.
Tot dat doel zal ik eerst onderzoeken hoe de opleiding bij audere