338
gangsproef aflegden waren 16 die voldeden bij de eerste maal, 7 bij de
tweede maal en 30 die niet tot scherpschutter konden worden bevorderd.
En als men nu wellicht zou denken, dat degenen die nu wel aan
de voorwaarden voldeden en „scherpschutter" werden, dan ook uitmun
tende schutters waren, dan leze men de volgende cijfers, uit diezelfde
registers overgenomen.
Door de scherpschutters in het begin van het jaar, die dus al
reeds eenigen tijd aan de oefeningen voor scherpschutters hadden
deelgenomen en die, gelijk men weet, in 't begin van het seizoen
bovengenoemde overgangsproef met vrij matige voorwaarden wederom
(en liefst 3 maal als ze niet eerder voldoen) moeten herhalen, werden
de volgende resultaten verkregen.
1891. Van de 12 scherpschutters voldeden aan de overgangsproet
2 bij de eerste maal, 1 bij de tweede en 1 bij de derde maalterwijl
8 niet voldeden en wederom teruggesteld moesten worden.
1892. Van de 10 scherpschutters voldeden 2 bij de eerste maal
en 2 bij de tweede maal, terwijl 6 niet voldeden en teruggesteld
moesten worden.
Mij dunkt, die cijfers spreken
Wie overigens nog meer van deze zaak weten wil, die moet eens
de aanteekeningen in de stamboeken nagaan.
Ik wil ook hierover eenige cijfers geven.
Uit de stamboeken bij dezelfde compagnie blijkt het volgende:
Aantal personen in wier stamboek één of meermalen mutatiën
betrekkelijk scherpschutter vermeld staan36.
Van deze 36 zijn 10 eerst in het afgeloopen seizoen aangesteld en
konden dus nog niet teruggesteld worden.
De overschietende 26 worden als volgt verdeeld
Scherpschutter eerste maal 26, waarvan slechts 4 dit hieven en
22 teruggesteld werden.
Scherpschutter tweede maal 13, waarvan 5 eerst in het afgeloopen
seizoen aangesteld werden van de
overige 8 zijn het 3 gebleven en
zijn er 5 teruggesteld.
Scherpschutter derde maal 1, die het bleef en 1 die in het laatste
seizoen is aangesteld.