343
Ad VI. De chef, die de binnenzijde der beoordeelingslijsten
betreffende een luitenant moet invullen, mag daartoe niet overgaan,
dan na vooraf nopens het karakter, den ijver, den tact en de kennis
met den betrokken compaguies-, eskadrons- of batterijcommandant in
overleg te zijn getreden.
De invulling van het binnenblad en kolom I achterblad der beoor
deelingslijsten van kapiteins der infanterie, cavalerie en artillerie zal
niet geschieden dan nadat de korpscommandant omtrent den te
beoordeelen officier mondeling van gedachte heeft gewisseld met de door
bem tot dat einde gelijktijdig vereenigde hoofdofficieren van het korps,
die tot hetzelfde wapen behooren.
Eene nouveauté, die den beoordeelden officier eenige waarborgen
geeft, dat zijn lot niet enkel en alleen vau den beoordeelaar den
korpscommandant afhangt.
Wij zien hier niet voorbij, hoe de Nederlandsche toestanden met de
Indische uiteenloopen, hoe in een Nedei'landsch garnizoen, waar vaak
3 bataljons van één regiment bijeen zijn, kapiteins dienst doeu onder
de bevelen van niet hun eigen bataljonscommandant. Doch appli-
catorisch is de maatregel niettemin bij het Indisch leger, vooral in de
garnizoenen Kota-Radja, Weltevreden, Semarang en Soerabaja, waar
minstens genomen, ook de plaatselijke commandant eene stem in het
kapittel zoude dienen te hebben. Zoo kan te Weltevreden de plaat
selijke commandant en de majoor van het 10e bataljon zeer ten nutte
gehoord worden, hoe beiden denken of een kapitein van het 9e batal
jon voor den rang van majoor dient in aanmerking te komen, terwijl
om dezelfde reden de majoor van de divisie veld-artillerie met den
hoofdofficier van de vesting-compagnieën kan confereeren.
Somwijlen toch hangt het wel en wee van een kapitein uitsluitend
af van zijnen hierarchieken chef of deze hem genoegzaam beschaafd
acht, om te zijner tijd majoor te worden, terwijl de collega van dien
hoofdofficier-beoordeelaar dien kapitein eveneens als zoodanig beoor
deelen kan. Bepaaldelijk verkeerd achten wij het bovendien, dat een
plaatselijke commandant op de zooeven genoemde plaatsen niet in de
conduitelijsten zijn oordeel uitspreekt over de majoors in zijn garnizoen,
met wie hij zoo vaak in dienstverhouding komt.