348
met degen of sabel en dat met het geweer. Ik doe dit om drie redenen:
1°. omdat degen- en sabelschermen bijna slechts aan het kader
kan onderwezen worden
2°. omdat er voor het bajonetschermeu een nieuw voorschrift
bestaat, en
3°. omdat het geweer door zijne zwaarte niet die ingewikkelde
bewegingen toelaat, die de sabel en degen veroorloven.
Degen en sabel.
Voor het kader zal het van veel nut zijn, dat het den degen of
de sabel leert hanteeren. De behandeling van den degen komt in
de practijk wel niet te pas, doch ze leert boven die van elk ander
wapen vlug zien en vlug handelen. Is de parade een duim tekort,
een tiende van eene seconde te laat, dan kan men den steek reeds
in de volle borst hebben. Alles komt hier aan op fijnheid, juistheid van
beweging, op het nemen van een vlug besluit. Doordat het wapen
zooveel lichter is, kunnen de bewegingen meer samengesteld zijn.
Het degenspel geeft te denkenmen moet vlug besluiten trekken,
want anders komt men te laat in de uitvoering zijner bewegingen. Dat
het sabelschermen nut heeft zal wel geen betoog behoeven. Waar
de behandeling van het geweer tegenover den sabel geleerd wordt, is
het zeker ook noodig, dat men dit wapen leert hanteeren.
Leert men dit alles nu naar eisch bij eene klassesgewijze oefening,
1 a 2 uur in de week en met eene handleiding als die van Siebenhaar
Geen onderricht aan klassen.
Het onderricht aan klassen deugt niet, men maakt op die manier
gymnastiek van het schermen. Alles moet daarbij gelijk gebeuren,
iedereen moet den uitval even vlug, of liever even langzaam maken.
De bewegingen uit de handleiding worden geleerd, doch steeds op
commando en steeds even vlug. Hij, die een paar maal niet gelijk
werkt met de anderen, wordt gestraft. Ook de luitenant de Koek
van Leeuwen wees er reeds op, dat bij oefeningen, waarbij de eischen,
die op het gevechtsveld geboren worden, als de hoogste aangemerkt
worden, met beginselen van orde, sierlijkheid en gelijkmatigheid van
beweging gebroken moet worden.