350
gaan. In de handleiding van Siebenhaar worden de passen bij de
voorbereidende oefeningen geleerd, terwijl men ze niet mag toepassen
bij het partijschermen. Hoe moeten verder twee personen van ongelijke
lengte met elkaar trekken De uitval volgens Siebenhaar is niet van
iedereen eveu groot. Op blz. 10 van zijne handleiding wordt gezegd
„De tnsschenruimte, noodig om bij deu uitval den tegenstander te
kunnen bereiken, wordt als afstand bewaard". Welke uitval wordt
hier bedoeld, die van den kleinsten of die van den grootsten Ieder
een heeft zijn eigen uitvalsafstand, waardoor voor een niet gering
gedeelte bovengenoemde tusschenruimte, de mesure, wordt bepaald.
Deze mesure is dus ook voor iedereen verschillend; het is de kunst
de tegenpartij zoover te naderen tot hij binnen onze mesure komt om
hem te treffen, doch buiten zijne inesure te blijven (altijd als men niet
wil of niet vlug genoeg kan pareeren) om niet geraakt te worden.
Het is grappig om twee personen van ongelijke lengte volgens de
tegenwoordige methode te zien trekken. De langste moppert, dat
hij te dicht op moet staan en dan niet kan weren; de kortste kan
zijne tegenpartij niet bereiken en wordt door hem omvergedrongen.
Het voorschrift voor het bajonetschermen geeft een uitval aan van
ongeveer 75 cM. (ongeveer 50 cM. voor de gevechtsstelling en
1/4 M. den voorsten voet vooruitbrengen voor den uitval), doch de
lengte daarvan is niet in cM. voor te schrijven. Het zou immers
dom zijn den voet niet een dM. verder vooruit te plaatsen, als
men de tegenpartij anders niet zou kunnen bereiken. De lengte
van den uitval heeft eene grens overschrijdt men die, dan wordt het
te moeilijk de gevechtsstelling vlug te hernemen. Na eenige oefening
kan men den uitval echter best zóó groot maken, dat de voorste
knie loodrecht boven den hiel van den voet komt.
Niet om beurten aanvallen.
Ook moet men bij het partijschermen om beurten stekeD (houwen).
De kapitein Jacobs noemde dit reeds eene parodie op de werkelijk
heid. Wel mag men volgens Siebenhaar den aanvaller gedurende
zijne bewegingen verrassen, indien hij zich blootgeeft, maar in dien
zoo moeilijken^ verrassingssteek (-houw) wordt geen onderricht
gegeven, zoodat de toepassing zeer zelden voorkomt en dan nog
meestal aanleiding geeft tot gelijktijdig treffen.