352 Desmedt te Brussel, onder meer waars er van zeide: „La méthode hollandaise est ridicule, sans base et semble inventeé pour paralyser les meilleurs tireurs". Mocht men dus stil blijven staan, nog langer de schande verdragen zooveel achter te staan bij het buiteoland? De heer Hesse te Amsterdam giog naar Brussel, leerde de Pransche methode en maakte ze, weder in Holland teruggekeerd, ook aan anderen bekend. Het is vooral aan zijne ijverige pogingen te danken, dat men thans in Holland ook een Nederlandschen Scherm- bond heeft, die de Fransche methode beoefent. In het laatst van 1891 gaf deze Schermbond zijne eerste uitvoering te Amsterdam in Maison Stroucken. Men had de heeren Delhayze, sergeant schermmeester te Brussel, en de Mulder, civiel-schermmeester, verzocht uit België over te komen. Hunne partij oogstte een daverend applaus en algemeene toejuichingen. Ook de kolonel Muschart en eenige andere officieren, die het feest met hunne tegenwoordigheid hadden vereerd, vooral om de zoo gevierde Pransche methode te beoordeelen, waren opgetogen over zulk schermen. Het vorig jaar gaf de Schermbond zijne tweede welgeslaagde uitvoering op de Scheveningsche Sportten- toonstelling. Ook hier bleek de belangstelling van officieren; de kapitein der infanterie van der Wijck was in de feestcommissie, terwijl de 2e luitenant der artillerie Perk tot meester op de fleuret werd bevorderd. 2°. Bij het leger. Men zag ook in het leger in, dat men niet kon achterblijven. Bij de cavalerie zou eene proef worden genomen met de nieuwe methode van degenschermenmen was er van overtuigd, dat den cavalerist meer het steken moet eigen gemaakt worden dan het houwen, daar de steek zooveel meer uitwerking geeft dan de houw. Twee personen boden zich aan om de nieuwe methode te onderwijzen, de heeren Thévenin en Hesse. Men koos den Prauschman, vooral omdat hij verzekerde in een korteren tijd dan de heer Hesse opgegeven had, prevöts en meesters te kunnen vormen. Nadat aan eenige onderoffi cieren de nieuwe methode was geleerd, werd een wachtmeester aan de Kon. Mil. Academie gedetacheerd om onderricht te geven aan de cadetten der cavalerie. Ook eenige officieren der Academie gingen toen de methode beoefenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 355