385
b. v. bij lange transporten kunnen voorkomen, op den duur nadeelig
op de qualiteit van het buskruit inwerken.
Daartoe werden de gebruikelijke pakkisten met patronen gevuld,
die van eene lading van rookzwak buskruit waren voorzien. Deze
kisten werden nu met behulp van een daartoe ingericht toestel
omstreeks twaalf keer per minuut ter hoogte van één dM. opgeheven,
waarna zij op een daaronder geplaatste plank vielen. De proeven werden
zoolang voortgezet, totdat de patronen wegens totale misvorming
van de kogels als onbekwaam moesten worden aangemerkt. Bij
opening bleek nu, dat het buskruit volkomen onveranderd was
gebleven, en niet in het minst geleden had. E^ne daarop gevolgde
schietproef bewees, dat ook de aanvankelijke snelheid niet gedaald was.
Zoolang de patronen dus uitwendig niet dermate beschadigd zijn, dat
men haar als onbiuikbaar moet verwerpen, kan men haar, wat de lading
betreft, nog altoos als volkomen bekwaam beschouwen. In zooverre
bieden de rookzwakke buskruitsoorten wederom een niet te versmaden
voordeel aan boven het gewone zwarte kruit, dat bij eene overeenkomstige
proef, zoo niet geheel, dan toch voor een goed deel in stof overgaat.
Bij deze proeven zijn eveneens een paar met Troisdorfkruit gevulde
patronen ontploft. 'tYalt moeielijk te zeggen of de oorzaak van dit
verschijnsel bij het kruit, dan wel bij de slaghoedjes moet worden
gezocht, maar al zijn wij ook geneigd dit laatste te veronderstellen,
de vraag dringt zich niettemin op, waarom dan bij de andere soorten
nooit iets van dien aard bemerkt is. Ook bij de valproeven toch
was deze kruitsoort de eenige, waarbij ontploffing geconstateerd is,
terwijl het van alle soorten bovendien het meest gevoelig is voor
mechanische invloeden. Overigens vertoonde ook deze ontploffing
een merkwaardig locaal karakter, evenals bij de valproeven.
Uit het vorenstaande volgt, dat aan het gebruik van het rook
zwakke buskruit te velde zeker geen meerder gevaar verbonden is, dan
thans aan het zwarte en dat alzoo het weerstandsvermogen tegen
mechanische invloeden voldoende kan worden geacht.
De proeven met een geweer voor gasdrukmeting ingericht, gaan
wij, hoe belangrijk deze overigens op zich zelf ook mogen zijn, met
stilzwijgen voorbij, aangezien zij weinig of niets leeren omtrent de
gasdrukken, welke in ons nieuw infauteriegewerer zullen heerschen.