391 Het zich wennen aan het vuren met anderen te zamen en onder werping aan de vuurdiscipline leert de man evengoed met losse patronen het is toch voor hem hetzelfde of er een kogel uit den loop komt of niet. De man heeft nog niet eens geleerd vertrouwen in zijn geweer en zijn eigen vaardigheid te krijgen en bij deze oefe ning leert hij niets wat hem eenig vertrouwen kan geven. Men kan hem wel zeggen: „öij hadt op dat doel zooveel percent „treffers kunnen en moeten hebben, gij hebt zooveel percent behaald, „er is dus goed of slecht geschoten"maar dan weet de man nog niet waar zijne kogels terecht kwamen, of hij goed of slecht gemikt heeft; en van dat percentage begrijpt hij ook niet veel en laten wij het maar gerust bekennen het kan hem ook bitter weinig schelen. In het pas uitgegeven herziene S. V. wordt een kleine stap in de goede richting gedaan door de bepaling dat de man niet aan de gezamenlijke oefeningen mag deelnemen, wanneer hij nog niet éénmaal de eerste zes oefeningen der 2C klasse heeft doorloopen; tot nu toe toch kon het gebeuren dat de man, door ziekte of anderszins, in de eerste schietmaanden verhinderd mede te schieten of pas sedert kort bij de compagnie aangekomen, bij de allereerste maal, dat hij aan de schietoefeningen deelnam, salvovuur mededeed en daarvan dan natuur lijk niets leerde. En wat nu de vuurleiding van officieren en kader betreft, zou deze van zooveel beteekenis zijn, dat het onttrekken van zulk eene groote hoeveelheid patronen aan de eigenlijke opleiding tot schutter, n.l. de individueele, gerechtvaardigd is. De officier kan daarbij vooraf uitrekenen althans bjj de gesloten oefeningen op hoeveel 0/o tref fers hij op dien afstand en op die doelen mag rekenen en dan bij het opnemen der treffers nagaan hoeveel °/0 werkelijk behaald is, maar overigens kan hij zoowel als het kader, er niets bij leeren wat hij bij het vuren met losse patronen zich ook niet kan eigen maken ja, laatstbedoelde oefening verdient zelfs de voorkeur, omdat zij niet tot het schietterrein en de kogelvangers behoeft beperkt te blijven. „Vuurleiding" is een groot woord en bij Europeesche legers is zij een moeielijk vraagstuk, waartoe veel studie behoort, doch in onze

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 394