419
raer had de resideut Smiasaert van eenige gebeurtenis melding
gemaakt; in geen enkel rapport had hij eenige vrees voor rustver
storing aan den dag gelegd.
Die onverwachte tijding was daarom zoo ernstig, wijl het grootste
gedeelte onzer strijdkrachten tot demping van onlusten op Celebes,
Borneo en Sumatra verspreid was.
In eene vergadering der Hooge Regeering te Batavia werd besloten,
den Legercommandant, den in 1822 benoemden Luitenant-Grouvemeur-
Generaal H. Baron Merkus de Koek, onmiddellijk met een uitgebreide
volmacht naar de Yorsteulanden te zenden.
De keuze der Regeering mocht in alle opzichten eene gelukkige
genoemd worden, want generaal de Koek was een legerhoofd, die
groote militaire talenten aari veel staatkundig doorzicht paarde.
Vriendelijk en innemend van aard, billijk en rechtvaardig in al
zijne handelingen, daarbij van impoueerende gestalte, boezemde deze
veldheer zelfs den oproerigen hoofden achting en vertrouwen in.
Dat zijn invloed groot was, blijkt ten duidelijkste uit de vet klaring
van den keizer van Soerakarta, die bekende, dat hij de partij des
opstands had willen kiezen, doch door het vertrouwen in generaal
de Koek, niet alleen van dat voornemen afzag, maar zelfs het opper
gezag van Soerakarta aan dien veldheer opdroeg.
Vooral de grijze prins Mangkoe Negoro was zeer met hem ingeno
men en stelde zijn legioen terstond ter beschikking der Neder-
landsche Regeeriug. Dit legioen, meer bekend onder den naam van
„de Mangkoe Negoro's", heeft een werkzaam aandeel genomen in
den Java-oorlog, en door zijne dapperheid en trouw een onsterfelijken
naam verworven.
Generaal de Koek, onkundig omtrent Dipo Negoro's ware plannen,
beschouwde den oproerigen prins en diens aanhang meer als verdoolde
schapen dan als rebellen en schreef hun uit Soerakarta, op den
len Augustus een welwillenden brief, waarin zij aangemaand werden
tot het wettig gezag terug te keeren.
Dit schrijven bleef onbeantwoord.
On den 7cn Augustus werd wederom een schrijven tot hen gericht,
waarop de opperbevelhebber het antwoord bekwam, dat zij de hoofd
plaats hadden verlaten, omreden de resident, de secretaris, als ook