426 - In ons vaderland verkeert men nog in een toestand van overgang, doordat men in navolging van andere legers sedert 1889 het geweer van 11 mM. heeft getransformeerd tot een meerlader, in afwachting van de definitieve aanneming van een nieuw wapen van kleiner kaliber. Houdt men rekening met de hooge uitgaven, verbonden aan een geheel nieuwe bewapening der infanterie, dan is het alleszins verklaarbaar dat men in sommige landen daartoe slechts met eenige aarzeling en na langdurige proefnemingen is overgegaan. Immers de vorderingen der techniek volgden elkander met zulke snelheid op, dat meermalen reeds gedurende de proefnemingen met eenig wapen, dat aanvankelijk als het nieuwste en beste kon worden beschouwd, weder nieuwe verbeteringen in uitzicht werden gesteld of zelfs zich baan gebroken hadden. Het „haast u langzaam" was daarvan het voor de hand liggend gevolg, doordat de beslissing uit den aard der zaak moest worden verschoven, totdat ook weder het allernieuwste op het gebied van wapens en munitie zou zijn beproefd. En vooral kon overhaasting nadeelig worden voor die legers, die om financieele of andere redenen voor oogen moesten houden, dat het aan te nemen nieuwe geweer voor tal vau jaren zou moeten dienen, ook al werd het in de toekomst op nieuw voorbijgestreefd door verbeterde vuurwapens, die in de meeste andere legers zouden worden ingevoerd. In deze omstandigheid verkeerde, en verkeert nog, het Indische leger. Is het dus aan de eene zijde begrijpelijk, dat eenige der groote Europeesche mogendheden, die zich bij voortduring ernstig bedreigd achtten, zich hebben gehaast, om haar infanterie van een meerlader en van een klein-kaliber-geweer te voorzien, zoodra de groote meer derheid dezer nieuwere wapens overtuigend was gebleken, en op gevaar af van spoedig op nieuw tot een ander geweerstelsel te moeten overgaanaan de andere zijde is het een voordeel geweest voor sommige legers, dat zij kalmer den loop der zaken hebben kunnen gadeslaan, om daarna in staat te zijn, op den weg van den voor uitgang in ééns en met meer zekerheid een zeer belangrijke schrede voorwaarts te doen. In het bijzonder is dit het geval geweest met het Indische leger. Het Beaumont-geweer nam indertijd een eereplaats in onder de enkel laders van overeenkomstig kaliber en bezorgde aan onze infanterie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 429