40 niets werd in- en uitgevoerdzoodat de Badja geene inkomsten hoegenaamd trok en ook de hoofden en voornamen, die allen handelen, gevoelig in de beurs werden getroffen. Scliaarschte aan rijst was eveneens daarvan „het gevolg en maakte dat T. Tjihik zijn krijgsvolk niet langer bij elkaar „konde houden, waar het gold veroverde streken tegen den aanval der „rechtmatige bezitters te verdedigen. Yentre affamé n'a pas d'oreilles, etc.". Was dat nu scheepvaartregeling Dat was dan dezelfde scheepvaartregeling, die de Generaal van Teijn op Perlak toepaste in 1890 en die de Generaal sluiting noemde. Thans heeft tengevolge van onze jarenlange politiek van non- interventie, gepaard aan openstelling van de geheele kust voor den algemeenen handel, Pasangan natuurlijk weer al de door Scherer genoemde kleine staatjes aan zich onderworpen. Welnu, als men thans de scheepvaartregeling invoert, dan kan hierdoor, zonder Pasangan te sluiten voor in- en uitvoer, maar deze langs onze vestiging te Telok-Semawe toe te laten, Pasangan gedwongen worden tot wat men wil, indien daarbij slechts rechtvaardig en streng wordt te werk gegaan. Er is dan noch verstrekking van wapens en munitie aan Pasan gan s tegenpartijen, noch strijd van deze tegen Pasangan, noch ventre affame noodig en wij laten bovendien Pasangan ten voordeele van onze schatkist het gelag betalen. Het zou mij zelfs niet ver wonderen als Pasangan op onze eerste aanmaning in Bajoe, Tjoenda, Nizam enz. de vroegere hoofden weer in hun gezag herstelt. Toen in begin 1891 T. Tjihik Pasangan zich zonder vergunning van het bestuur naar Birim begeven had en men op de Oostkust algemeen vreesde voor onlusten, door hem gestookt, keerde hij, op het eerste door Generaal v. Teijn daartoe gegeven bevel, naar zijn land terug. Hij begreep, dat bij verzet of ongehoorzaamheid de straf niet gering zou zijn. Dat was de macht van de rigoureuse sluiting. Op bladz. 23 zegt Scherer „Niet zoo voorspoedig ging het ten opzichte van Gedong enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 43