445 -
„De officieren, die thans in Indië dienen (dat wil dus zeggen zij,
die bij een fusie nauw betrokken zouden zijn en daarover eene
meening kunnen hebben), achten den tegenwoordigen toestand van
afscheiding verreweg te verkiezen en hoewel er misschien zeer,
zeer enkelen mogen gevonden worden, die voor hun persoon aan een
vereeniging der beide officierskorpsen de voorkeur zouden geven, zoo
is het toch een stellige zekerheid, dat nagenoeg allen zulk een ver-
eenigiüg volstrekt niet wenschen, omdat zij en de staat zich bij den
tegenwoordigen toestand het beste bevinden".
Intusschen zoo vervolgt de spreker bestaan er niettegenstaande
de afscheiding toch punten van aanraking, bijv. tusschen de jonge
officieren, die na aan een gemeenschappelijke inrichting van militair
onderwijs in 't moederland te zijn opgeleid, na hunne benoeming over
Nederland en Indië verspreid worden.
Het zou de moeite waard zijn, om die aanraking eens onder cijfers
te brengen en na te gaan, hoevele vriendschapsbanden enkele jaren
zijn bestand gebleken tegen den afstand, die beide categorieën scheidt
en tegen het verschil, dat de positiën van de Nederlandsche en de
Indische officieren kenmerkt.
Eén buitenlandsch verlof, na korter of langer tijd in Nederland
doorgebracht, vernietigt daaromtrent alle illusiën en doet den Indischen
officieren den scheidsmuur ontwaren, die tusschen hen en hunne oude
kameraden is opgetrokken.
Ik spreek hier niet alleen uit persoonlijke ervaring maar ook uit
naam van vele kameraden, die mij hun wedervaren te dien opzichte
hebben medegedeeld. Onder hen bevinden er zich die de kalmte
in eigen persoon zijn, nooit een voorbarig oordeel vellen, zich steeds
tot gematigdheid geneigd toonen en de zaken liefst door een rooskleurig
licht bezien en die toch met groote teleurstelling en bitterheid gewaag
den van de hun van de zijde der oude vrienden ten deel gevallen
ontvangst.
Sommigen waren slechts een viertal jaren weg geweest, doch werden
begroet alsof na eene scheiding van een tienmaal langeren tijd nog
een flauwe herinnering omtrent hen voortleefde.
Op zulk een aanraking eene vereeniging aan te bevelen, tusschen
ongelijksoortige eenheden als de officierskorpsen van de Nederland-
Dl. I, 1893. 29