43 ven waren door iemand, die met bezorgdheid de toekomst te gemoet zag, betoogde de Generaal, naar hij mij het vorige jaar uit Holland schreef, in een eigenhandig gesteld schrijven aan de Regeering de noodzakelijkheid van het dwingen van den Gouverneur van Atjeh door eene bindende instructie tot het volgen van de vastgestelde politiek. Het heeft niet gebaat. Ik weet niet wat de Regeering naar aan leiding van 's Generaals waarschuwende stem deed, maar de omstan digheid, dat de nieuw opgetreden Gouverneur zich niet heeft bepaald tot het doen van voorstellen om zijne eigenaardige denkbeelden om trent scheepvaartregeling, sluiting, vuurwapens en klewang bij de Atjehers, middelen tot pacificatie enz. enz. ingevoerd te krijgen, maar reeds spoedig de kracht van de sluiting verlamde door licenties, bewijst voldoende, dat 's Generaals waarschuwende stem die eens roepende in de woestijn geweest is. De Atjehers hadden terecht gezegd: sIedere bestuurs-verandering brengt bij die weifelende Hollanders wijziging in de bestuurs-inzichten" De gunstige toestand door Generaal van Teijn in 't leven geroepen ging als natuurlijk gevolg hiervan, weer met rassche schreden achter uit, van onderwerping was weldra in 't geheel geen sprake meer en gelukkig moet ik net achten dat de Regeering er eindelijk een einde aan maakte. Een man van karakter en individualiteit toonde zich in dit tijdvak de assistent-resident Ruijssenaers, die zoo lang mogelijk onder voor hem hoogst moeilijke omstandigheden gestreden heeft voor de hand having van de sluiting en van de verdere beginselen, welke in 1890 onder Generaal van Teijn een zoo gunstigen stand van zaken hadden veroorzaakt Hij had den Generaal vóór diens vertrek moeten be- looven pal te zullen staan op zijn post en den nieuwen Gouverneur, zoo noodig, met vastberadenheid en volharding den juisten weg te zullen wijzen. Trouw heeft hij woord gehouden, totdat hij ver wijderd werd. Ik heb oprechte hoogachting voor dezen energieken ambtenaar en wensch dat hier openlijk te verklaren. Telde hij in 1878 zijn leven niet bij den inval van den Habib, toen het er op aankwam een militair transport te vergezellen van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 46