44 Pakan Badak naar Boekit Seboen, bij welke gelegenheid hij zich onderscheidde en zwaar gewond werd, in 1891 bleef hij pal staan voor 's lands belangen in weerwil dat zelfs zijne toekomst bedreigd werd. In eene belangrijke Nota heeft hij bovendien zijne denkbeelden ontwikkeld omtrent den toestand te Atjeh tijdens het vertrek van Generaal van Teijn en de verder te volgen gedragslijn, welke Nota door den tegenwoordigen Minister, in wiens bezit zij is, van hooge waarde werd geacht. De assistent-resident Ruijssenaers ontving tot dusverre nog geen enkele onderscheiding. Zoo zijn we dan genaderd tot het jaar 1892, dat ons den llen Gouverneur van Atjeh gaf en met die bestuurs-verandering, wederom andere bestuurs-inzichten. Ditmaal de scheepvaartregeling, niet echter naar de denkbeelden van den nieuwen Gouverneur, ook niet naar de inzichten en voorschriften van de Regeering, hoewel deze uit al de sedert jaren ontvangen adviezen toch wel het ware daaromtrent moet kunnen putten, maar naar de zienswijze van den resident Scherer. Dit zou natuurlijk geen nadeel doen, want we zagen dat juist uit Scherer s brein de eerste rationeele denkbeelden omtrent scheepvaart regeling gesproten zijn, maar Scherer wil eene m. i. verkeerde toepassing en daarbij nog andere zaken, om tot de pacificatie van Atjeh en Onderhoorigheden te geraken, welke, worden zij ingevoerd, ons brengen zullen waar hij dacht dat de sluiting met hetgeen daaraan annex was ons zou heenvoeren. Bovendien heeft hij geen volledig programma. Om dit alles duidelijk aantetoonen moet ik Scherer's lezing van 20 Januari 1891 in het Indisch genootschap ter hand nemen en achtereenvolgens zijne in 4 punten geformuleerde denkbeelden bespreken met uiteenzetting van hetgeen daarin goed en niet goed is, het waarom van een en ander, zoomede wat daaraan ontbreekt om tot de volledige pacificatie van Atjeh te geraken. Het doet mij ^eed nu niet verder Scherer's inzichten te kunnen deelen. Scherer dan wil het volgende en zegt overtuigd te zijn, dat zoo doende de pacificatie zal verkregen worden. I6. Het controleeren van handel en scheepvaart en het bijna geheel beletten van den smokkelhandel door eene scheepvaartregeling.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 47