493 of er zouden officiereu in zit ting moeten nemen, die met ervaring kunnen wijzeu op de eigenaardighedendie zich bij de oorlog voering in Indië voordoen. Gebruik makende van die inlichtingen zou men dan kunnen trach ten zooveel mogelijk in alle opzichten te streven naar overeenstemming en eenheid, zoowel wat bewapening als wat reglementen en dienst voorschriften betreft. Mij dunkt, ook deze stelling is wed er voor heel wat wederlegging vatbaar. Bedoelt de spreker comtnissiën tot het uitbrengen van adviezen betreffende Indische legerbelangen, dan zeer zeker heeft hij groot gelijk daarin Indische of met Indië bekende officieren te willen zien zitting nemen, maar wat in 's hemels naam kunnen de eigenaardig heden, die zich bij de oorlogvoering in Indië voordoen, te maken hebben met de beslissing in specifiek Nederlandsche vraagstukken van technischer) en wetenschappelijker) aard? Ook het brengen van zooveel mogelijk overeenstemming en eenheid in de reglementen en dienstvoorschriften van beide legers, is eene zaak, die zoover gaat, als zij voeten heeft. In algemeenen zin is deze wenschelijkheid al lang beaamd en de indeeling, de inrichting en zelfs een groot deel van den inhoud van ons beider reglementen komen met elkander overeen. Doch ook hier is eene grens, die men niet moet trachten te over schrijden, wil men niet op de klip stooten, dat men het Hollandsche leger zaken in zijne reglementen geeft, die het niet behoeft of het Indische leger wenken onthoudt, die het elk oogenblik kan noodig hebben. Eindelijk nog wordt een nauwere toenadering aangeprezen, omdat er officieren zijn, wier gestel voor het Indische klimaat volstrekt niet geschikt is en die hunne geheele leven gebukt gaan onder de keuze der richting, die nader blijkt voor hen niet te passen. Na een kort verblijf in Indië moet hun verlof worden gegeven, dat na enkele jaren moet worden herhaald, terwijl ieder verblijf tusschen de keerkringen een nieuw hoofdstuk vormt van hunne lijdeus- geschiedenis en er ten slotte niets anders overschiet dan op betrek kelijk jeugdigen leeftijd met een zeer klein pensioen den dienst te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 496