47 Tampat Toeao opengesteld en als punten van vestiging aangewezen te zien; de eerste plaats omdat het daartegenover liggende eiland Raja, waar de Generaal ons etablissement wilde vestigen, ten allen tijde een voor de schepen veilige ankerplaats biedthet hoofd van Telok Kroet ons altijd trouw was en steeds zelfstandig, zelfs aan aanvallen van Toekoe Oemar en Rigas het 'hoofd wist te bieden en omdat dit staatje ongeveer in 't midden tusschen Oleh-leh en Melaboeh gelegen is, van Oleh-leh 50, van Melaboeh 62 Eng. mijlen verwijderd de tweede plaats als een der meest gewichtige van de Westkust en wij daar reeds eene vestiging hebben en Tampat Toean als het eenige van de Maleische staatjes op dat gedeelte der kust, dat door zijn zeer kalme baai het geheele jaar door een veilige ankerplaats heeft. De onder sub 2, 3 en 4 door Scherer-die met de Westkust niet bekend was opgegeven plaatsen, voldoen niet zoo goed aan de opgegeven eischen, Tenom kan zelfs in het geheel niet voor vestiging in aanmerking komen. Wel moet dit open blijven voor den algemeenen handel ingevolge de overeenkomst bij de Nisero-quaestie, maar dit doet niets ter zake zooals de Regeering weet, eene vestiging moet er toch niet komen. Voor Groot-Atjeh zelf wees de Generaal, evenals Scherer, Oleh-leh aan. Poeloe Waij moet vermoedelijk ook wel voor den algemeenen handel openblijven, maar om geheel andere redenen; ten opzichte van dit eiland bestaan plannen, waarover ik aan 't slot het een en ander zeggen zal. En nu de gewichtigste quaestie, de toepassing van de scheep vaartregeling. Wij zitten door de scheepvaartregeling op de geldkist van Atjeh. Welnu, van af den dag der invoering moeten wij dat in 't oog houden en de scheepvaartregeling niet slechts bezigen als middel tot onderwerping van Atjeh door dwang, maar als middel tot onder werping voor rekening van de Atjeliers zeiven. Wij kunnen Atjeh onderwerpen voor rekening van Atjeh, even goed als in 1870 Frankrijk geslagen is voor rekening van Frankrijk. Behalve dus dat men door die scheepvaartregeling een groote vaste bron van inkomsten moet scheppen, moeten bovendien nog extra be talen alle staatjes, die zich niet volkomen naar onzen wil schikken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 50