48
Alleen hierdoor zal de scheepvaartregeling aan de Atjehers in waarheid
doen zien en voelen, dat de te Kota-Radja gevestigde Nederlandsche
autoriteit de uitsluitende machthebbende is, wiens wil moet worden
geëerbiedigd, wiens bevelen men moet gehoorzamen; alleen op die
wijze zal ons gezag voor goed gevestigd raken, zal onze macht en
invloed allerwegen groot worden.
Verkrijgt men dergelijke gedwongen onderwerping voor rekening
van Atjeh door toepassing van de middelen die Scherer aangeeft?
Neen
Uit het geheele betoog van Scherer toch blijkt, dat hij met zijne
scheepvaartregeling aan den staat slechts langzamerhand eenige in
komsten wenseht te verzekeren, door verkoop van opium in het
groot en overname van de hoofden van het recht van in- en uitvoer
(bladz. 15 brochure Scherer). Voorts bewijzen de aangehaalde voor
beelden omtrent Gedong en Pasangan, dat bij hem steeds scheep
vaartregeling en sluiting voor allen in- en uitvoer, hand aan hand
gaan, sluiting de straf is voor het zich niet schikken naar onzen
wil, slechts de vrees voor de veroordeelde sluiting kracht verleent
aan zijne scheepvaartregeling.
Het toepassen van dezen maatregel geeft natuurlijk wel tijdelijk
nadeel aan den getroffene, maar evenzeer aan den treffer en dit mag
in geen geval, te meer niet, omdat zoo'n sluitingsmaatregel ons
moeilijkheden en buitengewone beslommeringen veroorzaakt.
De overtreder moet geen tijdelijk nadeel lijden, maar een blijvend,
dat gevoeliger wordt naarmate van den duur van het verzet, en de
oplegger van de straf in gelijke verhouding voordeel oogsten.
In stede dus van het systeem door Scherer voorgestaan: Doen
wat ik wil of ik sluit m" moet het wezenBoen wat ik wil of ge
betaaltv „extra", alleen bij hooge uitzondering, bij volstrekte nood
zakelijkheid gepaard met een tijdelijk verbod tot invoer, nooit echter
tot uitvoer, terwijl de voor de uitgevoerde artikelen te innen gelden
onder onze berusting blijven zoolang men zich niet aan onzen wil
onderworpen heeft, en daarvan c. q. ook de beloopen boeten worden
afgehouden.
Ik zeide op bladz. 7 van deze aflevering dat eene kleine uitbreiding
aan de in 1883 bestaande scheepvaartregeling te geven, in ver-