525 uitloopende afgeronde hoeken, ook bleek hierbij, dat bij looden pro jectielen, waarbij de loodafzetting na een aantal schoten aanzienlijk was, geen totale afsluiting verkregen kan worden. Hij zag daarom ook af van uitsluitend looden projectielen en maakte er met stalen en koperen mantels. Als eigenlijk metaal bleei lood bewaard, maar omgeven door een mantel, die zoo dun werd gemaakt, dat hij zich naar de trekken vormde. Bij dit soort projectielen werd volkomen afsluiting verkregen. Hier deden zich nu weer andere bezwaren voor. De loodafzetting werd voorkomen, de gasafsluiting was volkomen, maar nu gebeurde het, dat bij het treffen de mantel losliet en zeer gevaarlijke wonden veroorzaakte, (hetgeen bleek met proeven op lijken enz.). Koperen mantels veroorzaakten bovendien oxydatie in het lichaam, hetgeen bloedvergiftiging ten gevolge kan hebben. Het is dus nog de vraag of deze projectielen mogen gebruikt worden in verband met de Conventie van Genève. Stalen mantels roestten gauw, dit voorkwam men door ze te ver nikkelen. (Belgisch Mausergeweer). De Lebelkogel bezit een mantel van Maillenchort, die er galvanisch werd omgebracht. Een en ander werd opgelost door de firma Lorenz Wilkinson, die een z.g. compoundkogol vervaardigde waarvan de bewerking echter een geheim is. Waarschijnlijk echter wordt hij als volgt gemaakt. Het lood wordt mechanisch door een stalen mantel omgeven, de nu verkregen staaf wordt gloeiend gemaakt en getrokken door een gat van kleiner middellijn dan de staaf. Op deze wijze schijnen het lood en het staal vast aan elkander verbonden te worden. Daarna worden er kogels van gesneden. B. De bestreken ruimte hangt in de tweede plaats af van den luchttegenstand, die voortdurend tegen het projectiel inwerkt en samen hangt met de dwarsdoorsnede w R2, als nu d de middellijn van 't projectiel voorstelt, dan is R 1/2 d dus E! hieruit blijkt hoe kleiner kaliber hoe minder luchttegenstand. Het projectiel moet alle luchtdeeltjes wegduwen, die het op zijn weg ontmoet, hoe meer het er dus ontmoet, hoe sneller zijn eigen arbeid uitgeput zal zijn. De gunstigste vorm, dien men daarom aan het projectiel kan geven, TC" (J 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 528