533 tijd waarin men algemeen de meening huldigde dat: „oorlogvoeren was eene zaak van geluk en van genie, waarbij het eerste het tweede moest aanvullen, doch welke beide werden verkregen, zonder dat men zich moeite behoefde te geven om ze te bekomen. Het genie was aangeboren, de fortuin was niet te dwingen. De practijk leerde den krijgsman hoe hij zich in den oorlog te gedragen had Tegen het eerste gedeelte dezer stelling kon nooit veel ingebracht worden, geluk en genie spelen beide een rol waarvan de grootte niet te bepalen is, doch het tweede gedeelte dier stelling bleek voor gron dige tegenspraak vatbaar. Inderdaad is men dan thans ook algemeen tot de meeuing over gegaan dat niet de individueele ondervinding, doch alleen de vergelijkende studie van een groot aantal gevechtstoestauden het noodige licht kan ont steken omtrent de wijze waarop in het gevecht moet gehandeld worden. Het behoeft hier zeker geen verder betoog hoe uit de vroegere wijze van zien eenzijdigheid moest voortvloeien, zoowel in het goede als in het kwade. Niet geuoegzaam voorgelicht door grondige tactische studiën, bedacht men vroeger niet genoeg dat hetgeen wat heden door omstandigheden goed was afgeloopen, morgen geheel verkeerd kon gaan als die omstandigheden veranderd waren, en was men maar al te zeer geneigd om de handelingen van aanvoerders in het gevecht te beoordeelen naar het succes dat behaald of de nederlaag, die geleden was, alsof een aanvoerder die een echec leed soms niet veel meer kennis en beleid en karakter aan den dag gelegd kon hebben, dan een die eene overwinning bevocht! Gelukkig begon men langzamerhand het verkeerde van de vroegere meening in te zien, en werd de studie der tactiek gebaseerd op de in onderscheidene oorlogen opgedane ondervinding, niet door de eigen partij alleen, doch ook op die der tegenpartij, en op de ondervindingen opgedaan in oorlogen tusschen geheel vreemde uatiëo. Tal van militaire schrijvers begonnen nu gegevens te verzamelen voor de studie der tactiek en de gevolgtrekkingen, waartoe zij bij hunne studiën kwamen, aan anderen mede te deelen, en zelfs leger besturen lieten door hunne generale staven de geschiedenissen van geheele oorlogen of van enkele gevechten te boek stellen om ze zoo doende tot algemeen eigendom te doen worden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 536