541 opstelling in de diepte, waarbij de beste opstelling der teruggehou den afdeelingen achter de vleugels ligt. Over de afstanden van die afdeelingen tot de voorste linie wordt alleen gezegddat deze zich wijzigen naar gelang men al dan niet de beslissing zoekt. In het eerste geval zijn die afstanden kleiner dan in het tweede, overigens regelen ze zich naar het terrein. Volgen nog enkele regels voor het nachtgevecht, eene verklaring, dat de gesloten afdeelingen zich in den regel moeten voegen naar de opgeloste afdeelingen, en eene algemeenheid voor het gebruik der gesloten afdeelingen. In de nu volgende paragrafen worden weer zeer algemeene regels gegeven voor den aanval en de verdediging en onder meel' gezegd dat het met het oog op rencontregevechten goed is, dat de aanvoer der zich aan het hoofd van den troep bevindt, verder dat de aanval op een in stelling zijnden vijand volgens een vast plan moet geschie den, waarbij men alleen dan kans op succes heeft als men de meer derheid in het vuur heeft verkregen, eerst van de artillerie, dan van de tirailleurs. Zonder voorafgaande overmacht in het vuur is de aanval alleen ten koste van groote verliezen te wagen. Bij de verdediging komt het voornamelijk aan op het richtig gebruik van de vuurwapenen. Het front moet in deelen verdeeld worden, die door zelfstandige afdeelingen worden verdedigd. Eene hoofdreserve moet beschikbaar blijven; bij eene offensieve verdediging moet een gedeelte gereed zijn om zelf ten aanval op te rukken. De terugtocht van een in gevecht zijnden troep is alleen recht ach terwaarts mogelijk; daarbij moeten de terugtrekkende troepen door zijwaarts opgestelde afdeelingen worden opgenomen. Bij een gevecht, waarin de beslissing gezocht wordt, is het eene fout, als men eene reserve ter opname bij een eventueelen terugtocht achterhoudt, in stede van deze voor de doorvoering van het gevecht te gebruiken. Voor de bevelvoering bij een terugtocht wordt een zeer goed voor schrift gegeven, er wordt n.l. gezegd dat een goed geleide terugtocht voeren moet tot een terugmarsch met eene sterke achterhoede. Om daartoe te kunnen geraken moet de bevelhebber den terug- tochtsweg aangeven en de afdeeling aanwijzen, die den terugtocht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 544