.161 publiceerd in de 10° en ll6 aflevering van het Indisch Militair Tijdschrift over dat jaar. Aangezien die voorstellen, zooals zij zijn aangeboden, met de statuten der vereeniging in strijd zijn, kon het bestuur geen vrijheid vinden om die voorstellen over te nemen, dan wel te ondersteunen. In dien zin werd bij onzen brief van 26 Maart 1893 voornoemd lid daarvan kennisgegeven, waarop het verzoek werd ontvangen, om nadere bespreking dier voorstellen op de gewone jaarlijksche algemeene verga dering te doen plaats hebben. Gedurende het verslagjaar traden wegens vertrek naar elders af, de president L. Swart, en het bestuurslid F. R. de Vries Hofman, die werden vervangen respectievelijk door de H.H. W. II. Staverman en A. J. Hamerster, terwijl de Secretaris-thesaurier J. Sneep wegens bevordering zijne tunctiën neerlag, en in diens plaats door ons werd benoemd het lid der vereeniging K. Musch. De commissaris van toezicht te 's Hage, de heer G. W. Beeger werd wegens vertrek naar Indië vervangen door den kapitein van den ge- neralen staf J. L. Koster. Het bestuur wenscht in het bijzonder den dank te betuigeu aan H.H. Correspondenten, waaronder twee buiten de vereeniging staande, die deze taak geheel belangeloos verrichtten, zoomede aan H.H. Officieren en onderofficieren der militaire administratie voor den steun en voortdurende behartiging der belangen onzer vereeniging. In opvolging van artikel 9 van het reglement werden de H.H. C. H. W. Boers en H. Kotting uitgenoodigd het over 1892 gevoerd beheer te willen verifieeren. Bedoelde commissie heeft in haar rapport van 10 April jl. voorgesteld het verslag goed te keuren, en het bestuur der vereeniging van de verantwoordelijkheid der gevoerde administratie te ontslaan. In de op 27 April 1893 gehouden algemeene vergadering werd over eenkomstig het voorstel dier commissie het verslag goedgekeurd en het bestuur van de verantwoordelijkheid ontheven. Op voorste] van het bestuur werd door de vergadering besloten den dank te betuigen aan de commissie van verificatie, voor de wijze, waarop zij hare taak heeft volbracht. Naar aanleiding van de bespreking van het opstel van den heer Kotting is in beginsel door de vergadering besloten, dat wijziging in de statuten noodzakelijk is. In verband hiermede werd eene commissie benoemd, bestaande uit de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 564