56
8. Evenals door onze voorgangers zal door ons aan het Ned.
Ind. Gouvernement worden uitgekeerd het aandeel in de inkomsten
van ons gebied, dat volgens aloud gebruik aan de vroegere Atjehsche
sultans toekwam.
9. Wanneer het Ned. Ind. Gouvernement het noodig acht in ons
gebied een of meer etablissementen te maken of militaire verster
kingen op te richten, zullen wij het daartoe benoodigde terrein koste
loos afstaan, zullende echter de mogelijk daarbinnen gelegen parti
culiere eigendommen door het Gouvernement tegen schadeloosstel
ling worden overgenomen.
10. Alle personen, zonder onderscheid van landaard, wonende
binnen de grenzen der Gouvernements-etablissementen, worden door
ons erkend als Gouvernements-onderdanen en als zoodanig te slaan
onder het direct gezag van de vertegenwoordigers van het Gouvernement.
Het Gouvernement is ook bevoegd alle personen in ons gebied,
niet behoorende tot de inheemsche (Atjehsche) bevolking, onder zijn
rechtstreeksch gezag te brengen.
11. Atjehers, die misdadig zijn of die overtredingen begaan
tegenover het Gouvernement, of die worden beschuldigd geza
menlijk met Gouvernements-onderdanen een misdrijf gepleegd te
hebben, staan deswege terecht voor de Gouvernements-rechtbanken.
Eveneens staan te recht voor de Ned. Ind. rechtbanken en rechters
en worden gestraft volgens de door het Ned. Ind. Gouvernement ter
zake uitgevaardigde of uit te vaardigen verordeningen, onze onder
danen die vuurwapens, buskruit en ander oorlogsmaterieel zonder
vergunning van den vertegenwoordiger van het Ned. Ind. Gouverne
ment in- uit- of doorvoeren, zijnde in- uit- en vervoer daarvan
in ons gebied zonder zoodanige vergunning verboden.
De straf- en rechtsvorderingen ter zake van misdrijven, overtre
dingen en rechtsverkorting met betrekking tot telegraaflijnen en
kabels, hetzij deze liggen binnen ons gebied of daarbuiten, gepleegd
door onze onderdanen, zullen mede worden berecht door de Gouv.
rechtbanken en rechters en naar de Ned. Ind. wetten.
In zulke gevallen zal door ons of onzentwege in die rechtbanken
zitting worden genomen ten einde de rechters zoo noodig voor te
lichten, terwijl wij ons aanbieden de overtreders van dit verbod