58 en kennis worden gegeven aan den naastbij zijnden Gouv. ambtenaar, ten einde die vaartuigen of goederen aan daarop rechthebbenden terug te geven, tegen betaling van een door 's Gouv. vertegenwoor diger in overleg met ons vast te stellen billijke schadeloosstelling voor bewaking, opberging als anderszins. 17. Zoodra mogelijk zal door ons met de hoofden en oudsten in ons gebied worden beraadslaagd, wie ons wegens overlijden als anders zins zal behooren op te volgen. Die opvolger zal echter niet als radja mogen optreden, dan na aflegging van den eed van trouw aan H. M. de Koningin en aan Z. E. den Gouv. Generaal van Ned. Iudië, zoomede van stipte na leving der artikelen van deze verklaring. De aanwijzing van onzen opvolger zal echter beschouwd worden als geenerlei gevolg te hebben, zoolang zij niet zal zijn bekrachtigd door het Ned. Ind. Gouvernement. Bij verschil van gevoelen tusschen ons en de hoofden en oudsten in ons gebied, zal de zaak der opvolging door ons worden onder worpen aan de beslissing van het Gouvernement, waaraan wij ons onvoorwaardelijk zullen onderwerpen. 18. Omtrent punten, die zullen blijken nog nadere regeling te behoeven, zullen wij ons verstaan met de vertegenwoordigers van het Ned. Ind. Gouvernement. Voorts verklaren wij N.N. bestuurder van het landschaponder eede ons te zullen houden aan de bepalingen vervat in deze ver klaring door mij N. N. hoeloebalang (of anderen titel) van het land schapop denafgelegd. Aldus gedaan teden De Gouverneur van Atjeh en Onderin, Acte van erkenning en bevestiging. Nademaal N. N. hoeloebalang (andere titel) van het landschap °p den18... zich heeft onderworpen aan het Nederlandsche gezag, de souvereiniteit van Nederland heeft erkend en den18... de aan deze acte gehechte schriftelijke ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 61