62
deze formatie met nog 2 sergeanten of korporaals en 2 geniesoldaten
uitgebreid, om gelegenheid te hebben, geoefend personeel voor dien
dienst op te leiden.
Ter bepaling van het aantal postduiven, dat op elk station aan
wezig moest zijn, ging men uit van de volgende overwegingen
1°. Lijn Kota-Radja Poeloe Bras.
Tusschen deze plaatsen bestaat om de 14 dagen eene verbinding
per stoomvaartuig en kunnen de duiven telkens na dien termijn wor
den omgewisseld. Wanneer men nu rekent, dat viermaal per week
een bericht per duivenpost verzonden zal worden en dat elke vlucht
uit twee duiven zal bestaan, dan zouden op elk station 2X4X2
16 duiven noodig zijn. Br moet echter op reserve worden gerekend,
want de broedende duiven, de zieken en de nog niet gedresseerde
jonge duiven kunnen voor de correspondentie niet worden gebruikt.
Met het oog op een en ander moet dus gerekend worden op 30
duiven per station voor dat traject.
2°. Lijn Kota-Radja Melaboeh Sing kei.
Van Melaboeh zullen de duiven ongeveer eenmaal per week per
Gouvernements- of particulier stoomschip naar Kota-Radja kunnen
worden teruggebracht. Rekent men nu op één bericht per 2 etmalen
en op 3 duiven per dépêche, omdat de afstand zooveel grooter is,
dan zouden te Kota-Radja noodig zijn 10 a 11 of met reserve 18
duiven. Singkel heeft slechts eenmaal in de maand per stoomboot
gemeenschap met Melaboehhet aantal duiven voor die plaats be-
noodigd, wordt dan 3X 15 45 of met reserve 70 stuks Om in om
gekeerde richting te kunnen correspondeeren moet het aantal duiven
te Melaboeh 70 f- 18 88 bedragen. Zoodoende komt men voor
deze lijn op een bedrag van 18 -f- 70 -f- 88 176 postduiven.
Deze duiven behooren natuurlijk geboren te zijn op de stations
waarheen zij later moeten vliegen. Nu is het bekend, dat de post
duiven een groot voorttelingsvermogen hebben, zoodat men op min
stens 4 jongen per jaar kan rekenen. Daar men zich voorgesteld
had den dienst na één jaar te doen beginnen, was voor het traject
Kota-Radja Singkel de aankoop noodig van 44 of met het
oog op ziekte en sterfte op 50 paar duiven. Nadat in het voorjaar
van 1889 de duiventillen nagenoeg gereed waren, werden dan ook