73 Integendeel. Zonder ons de strijdkrachten van de republieken van Zuid-Amerika tot voorbeeld te kiezen, waar de verhouding tusschen het aantal hoogere officieren en de sterkte aan manschappen onwille keurig: de herinnering doet herleven aan de koren van een zwakken O O opératroep, mogen wij ons veilig op de Europeesche en Koloniale legers beroepen tot bewijs van de stelling, dat het Indische leger en in het bijzonder de infanterie misdeeld is, wat betreft de hoogere rangen. Tegenover dit feit, dat zeker in ons Tijdschrift geen nader betoog behoeft, maakt het beginsel, thans in de M. v. T. gehuldigd, een vreemden en weinig bemoedigenden indruk. Scherper is echter nog de tegenstelling van de door ons aange haalde woorden uit de M. v. T. van dit jaar met de feiten en toe standen, vermeld in de M. v. T. tot de begrooting voor 1882, waar in wij de volgende argumenten aantreffen voor het aanwijzen van een hoofdofficier als plaatselijk commandant te Padang: „De gewestelijke kommando's van de Padangsche boven- en beneden randen zullen op het voorstel van het Legerbestuur opgeheven worden. „Het laatstbedoelde kommaudo is totnogtoe vereenigd met het bevel „over het garnizoens-bataljon van Sumatra's Westkust en met het plaat selijk kommando te Padang, waardoor de kommandant der Padangsche „benedenlanden en zijn adjudant steeds overkropt zijn met werk. Door „de bedoelde opheffing der beide gewestelijke kommando's komt de luit. „kolonel, die voor de bovenlanden was aangewezen, met zijn adjudant, „beschikbaar voor het plaatselijk kommando te Padang". Wij lezen dus hieruit, dat het plaatselijk commando en het korps commando gesplitst zijn, omdat de vroegere toestand bepaald slecht voldeed en dat het bovendien niet juist is, dat men thans tot dien zelfden toestand wil terugkeeren. Integendeel: den eenigen hoofd officier, die ter Sumatra's Westkust geen korps commandeert, zal men thans voor het eerst intrekken. De opheffing der infanterie-schietschool is, volgens de M. v. T., een resultaat van het streven, om met minder kosten te voorzien in de behoeften van ons leger door overbrenging van onze militaire instellingen naar Nederland. Een dergelijk streven maakt het Indische leger meer en meer afhankelijk van de hulpbronnen in het moederland, hetgeen op zich

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 76