76 Europeanen en 38 Inlanders dat deze zeer wel tot één detachement zijn te vereenigen. De begrooting krimpt echter de formatie inbij de vereenigde strafdetachementen van 12 officieren en 91 man kader tot 4 officieren en 44 man kader; bij het bewakingsdetachement van 6 officieren en 149 minderen tot 4 officieren en 99 minderen, Wij gelooven, dat hier de zucht tot bezuinigen aan de doelmatigheid der organisatie te kort heeft gedaan. De bevelvoering over gestraften blijft toch steeds een onaangename en zware taakdie te zwaar wordt gemaakt door de ontworpen organisatie, waarbij de gestraften van alle landaarden vereenigd worden tot een enkel commando onder één kapitein. De Europeesche en de Inlandsche gestraften moesten twee afzonderlijke compagnieën blijven vormen, ieder onder een kapitein Hoogst bekrompen is de nieuwe organisatie wat het korpscommando betreft. Dit zal moeten worden gevoerd door den kapitein, die reeds als commandant van het strafdetachement is uitgetrokken. Als men nagaat, dat het bevel over een dergelijk korps een zeer moeielijke werkkring is, die veel tact en ondervinding eischt, en dat de nieuwe organisatie een sterkte aanwijst van: 2 kapiteins, 6 luitenants, 63 man kader, 80 fuseliers en (stel gemiddeld) 116 gestraften van alle landaarden, dan zal men moeten toegeven, dat dit geen commando is voor een kapi tein, die bovendien nog de gestraften-compagnie moet commandeeren. Dat de begrooting hiervoor geen hoofdofficier uittrektklinkt onbegrijpelijk. Wel zegt de H. v. T. dat de kapitein, die te Klaten commandeert, met zijn 3 luitenants „voldoende waren om den dienst te verrichten" en dat „ook wanneer alle gestraften te Ngawi worden „samengetrokken, men dus het commando aldaar veilig aan een „kapitein kan toevertrouwen"maar deze bewering houdt geen rekening met het groote verschil tusschen den te Klaten bestaanden toestand en den nieuwen toestand, dien men te Ngawi scheppen wil. Ook de formatie van het subsistentenkader te Batavia blijft te bekrompen. Reeds meermalen is, ook in dit Tijdschrift, op goede gronden aangetoond, dat de beide compagnieën van dit korps door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 79