78
satie den beataanden toestand verergert door inkrimping van 8 hoofd
officiersplaatsen.
Ook op de bevordering der luitenants zal dit zeer ongunstig terug
werken, waarbij nog komt, dat reeds met 1 Januari 1893 drie (en
later bij de reorganisatie der depotbataljons nog één) kapiteins
plaatsen worden ingetrokken. Wel is waar zullen in den vervolge
eenige adjudanten van de garnizoens-infanterie, den gewestelijken
en plaatselijken staf na bevordering tot kapitein eeuigen tijd in hun
betrekking kunnen gehandhaafd blijven zooals de M. v. T. zegt,
„ten einde de bevordering tot kapitein, die thans zeer langzaam gaat,
„eenigermate te bespoedigen"
maar wij gelooven dat het hierdoor te verkrijgen voordeel voor de luite
nants op den duur geringer zal zijn dan het blijvende nadeel, hun be
rokkend door de vermindering van 3 hoofdofficieren en 4 kapiteins.
Trouwens, een halve maatregel, zooals het laten doordienen van
eenige adjudanten na hun promotie tot kapitein ongetwijfeld is, kan
geeu noemenswaardige verbetering brengen in den thans uiterst
ongunstigen toestand. Niet de versnelling van den gang der promotie
met enkele maanden kan baten: het dienstbelang zou vorderen, dat
de luitenants stellig een viertal jaren eerder kapitein werden, dan
tegenwoordig het geval is.
De vermindering van het aantal onderofficieren en manschappen
met 70 Europeanen en 14 Inlanders, die reeds op 1 Januari 1893
tengevolge der besproken inkrimpingen zal plaats hebben, is op zich-
zelve belangrijk genoeg om een afzonderlijke beschouwing te verdienen.
Daar echter de, in de eerstvolgende vijf jaren, in te voeren reorga
nisatie der veld-, depotbataljons en garnizoens-infanterie nagenoeg
uitsluitend van invloed is op de totaalsterkte der infanterie aan
onderofficieren en minderenzullen wij kortheidshalve de bovenvermelde
vermindering op l Januari met stilzwijgen voorbijgaan, om haar alleen
in aanmerking te nemen bij de beoordeeling van de totaal-cijfers, die
de reorganisatie ons in de naaste toekomst zal geven.
Tot deze beoordeeling gaan wij thans over.
De M. v. T. begint haar overzicht van de reorganisatie met de
volgende woorden