81
van heden, die door de reorganisatie bestendigd of juister gezegd
nog verergerd dreigt te worden, moge gezocht worden in de eenige
richting waarin zij te vinden is: aanzienlijke vermeerdering van de sterkte
van het ivapen.
In het belang van Indië spreken wij daarbij den wensch uit, dat
die sterkte-vermeerdering moge tot stand komen, vóórdat de geschie
denis onzer koloniale heerschappij op nieuw een bladzijde van wellicht
al te bittere ervaring heeft gevoegd bij de reeds zoo talrijke waar
schuwingen der laatste 15 jaren. De tijden zijn inderdaad ernstig
genoeg, om ons de toekomst met bezorgdheid te doen tegemoet gaan,
nu de reorganisatie, waarvan men reeds zoo lange jaren zóóveel heil
verwachtte, de infanterie niet zal opheffen uit den staat van machte
loosheid, waarin Atjeh haar gebracht heeft en nog steeds houdt.
Vermeerdering van het aantal veldbataljons blijft de dringendste
eisch van het oogenblik.
(Wordt vervolgd).
Dl. I, 1893.
6