84 Hoewel niet ieder officier bij zijn dood zijne betrekkingen in een toestand zal achterlaten, welke eene onmiddellijke ondersteuning noodzakelijk maakt, zoo zal eene uitkeering van f 1000.aan de nagelaten betrekkingen van het grootste gedeelte der officieren toch een welkome hulp zijn. Ik zeg het grootste gedeelte, want over 't algemeen zijn wij officieren niet gefortuneerd en zooals blijkt uit de door professor Tan Geer opgemaakte statistiek zijn van de gepen- sionneerde officieren 84°/0 gehuwd. De meeste officieren dus, de een wat vroeger, de ander wat later, stappen in het huwelijksbootje, terwijl er vermoedelijk van hen, die ongehuwd blijven, verscheidene zullen zijn, die geliefde betrekkingen hebben die zij tijdens hun leven ondersteunen en die zij gaarne bij hunnen dood eene kleine som zouden willen nalaten. Er zoude wel kunnen beweerd worden, dat de Vereeniging eigenlijk geen reden van bestaan heeft, omdat men even goed zijn leven kan verzekeren bij de eene of andere particuliere maatschappij, maar die bewering zoude geen rekening houden met den werkelijken toestand. De levensverzekeringmaatschappijen bestonden reeds ettelijke jaren vóór de oprichting van onze Yereeniging en niettegenstaande kwam zij tot stand en mocht zij zich verheugen in de toetreding van een groot aantal leden. Noch vóór, noch gedurende het bestaan van de Yereeniging hebben vele officieren hun leven bij eene particuliere maatschappij verzekerd en ik ben overtuigd, dat ook na de opheffing dat aantal niet zal toenemen. De oorzaken hiervan zijn moeilijk na te gaan, maar wij staan hier voor een feit, waarmede rekening moet gehouden worden. Het voortdurend blijven bestaan onzer Yereeniging acht ik dan ook in 't belang van ons korps officieren. De middelen besprekende, om de levensvatbaarheid der Yereeniging te verzekeren, houdt de schrijver vooraf eene beschouwing over de reden, waarom onze Yereeniging duurder is dan eene particuliere maatschappij. Daarbij wordt over 't hoofd gezien, dat bij onze Yer eeniging geen keuring bestaat en dat de contributiën van de gepen- sionneerden zooveel lager zijn gesteld. Neemt men het voorbeeld op blz. 928. Die officier zoude gedu-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 87