85 rende zijn leven volgens de berekening op die bladzijde voorkomende aan de Yereeniging 1027,40 hebben betaald; aan de N. I. Levensver zekeringmaatschappij bij betaling van eene levenslange contributie (1) 710.60 en hoe groot zoude die som wel zijn, indien die maat schappij hem zonder keuring had willen aannemen. Bij de maat schappij moet hij bovendien gedurende zijne 12 pensioenjaren 2.09 's maands betalen, bij de Yereeniging hoogstens f 1.80. Dat bij onze Vereeniging gemiddeld elk lid ruim f 1000. moet storten, om bij overlijden van een lid 1000. te kunnen uitkeerenj zal wel een ieder duidelijk zijn. De f 1000. zullen door maan- delijksche contributiën, dan wel door stortingen bij het overlijden van een lid verkregen moeten worden. Uit het oogpunt van kameraadschap wil de schrijver de grootte dier contributiën of stortingen geregeld zien naar verhouding van de traktementen der leden. Het komt mij evenwel voor, dat de kame raadschap niet afgemeten kan worden naar de grootte der traktemen ten. De kameraadschap helpt daar, waar buiten eigen schuld hulp noodig is. Reeds in de vorige regelen stelde ik als mijne meening ter neer, dat de contributiën van de actief dienende officieren, zooals deze thans geregeld zijn, niet te hoog zijnvoor de gepensionneerde officieren achtte ik evenwel vermindering wenschelijk. Uit kameraadschap moeten wij de lasten van laatstgenoemden zien te verminderen, niet die van de actief dienenden, die niet te zwaar zijn. Op dezen grondslag berust dan ook de contributie bij onze Yereeniging. Afgescheiden nog van de vraag of dit wel op den weg der Ver eeniging ligt, kan m. i. het voorstel om aan de Regeering het ver zoek te doen, om bij de oprichting van een nieuw militair weduwen- en weezenfonds tevens te bepalen, dat na den dood van een officier uit dat fonds aan de erven onmiddellijk f 1000. zal worden uitge keerd, buiten beschouwing blijven, nu van de plannen der Regeering nog niets bekend is. Maar zelfs al werd eene dergelijke bepaling in de toekomst in het leven geroepen, dan nog acht ik het bestaan onzer Yereeniging (1) Hierdoor is de vergelijking met onze Vereeniging zuiverder, waarbij ook eene levenslange contributie geheven wordt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 88