86
weiischelijk. Een som van f 1000. toch is voor de nagelaten
betrekkingen meestal slechts even voldoende om in de nood
zakelijkste behoeften te voorzien, zoodat eene ruimere voorziening,
waar de inkomsten onmiddellijk zoo belangrijk inkrimpen, niet
ondienstig is.
Ook het voorgestelde contract met de N. I. Levensverzekering en
Lijfrentemaatschappij kan m. i. buiten beschouwing blijven. Daar
door zoude een te groote last op de schouders van de deelhebbers
worden gelegd, voor de meesten zelfs boven hunne financieele krachten.
De actief dienende officieren nog buiten beschouwing gelaten, zoo
zoude een gepensionneerd majoor maandelijks f 4.20, een kapitein
2.50 en een luitenant f 1.875 moeten betalen.
Het moet erkend worden, dat er eenige onbillijkheid in gelegen
is, dat officieren, die eerst op lateren leeftijd tot de Yereeniging toe
treden, dezelfde contributie betalen als hunne ranggenooten, die dat
vroeger deden. Heeft dit werkelijk plaats met het doel, om zoo
doende de contributie eenige jaren te ontduiken, dan kan dit slechts
voortspruiten uit een verkeerd begrip van kameraadschap en behoeven
m. i. daartegen geene bepalingen gemaakt te worden.
Er kunnen echter ook andere redenen bestaan, waarom men eerst
op lateren leeftijd lid wordt, en voor die personen zoude het uit een
oogpunt van kieschheid wenschelijk zijn de bepalingen eenigszins te wij
zigen. Yan hen kan men toch aannemen, dat zij niet wenschen te
profiteeren van de meerdere contributie door hunne kameraden gestort.
In overweging zoude b. v. kunnen genomen worden, om de storting
bij overlijden van een lid te bepalen voor de leden, die lid zijn
geworden op een leeftijd van
boven 40 jarigen leeftijd worden geen leden meer aangenomen.
Elke storting wordt bovendien verhoogd voor de actief dienende
kapiteins met f 0.50, voor de actief dienende hoofd- en opperofficieren
met 1.00 en verminderd voor de gepensionneerde luitenants met
f 0.60 en voor de gepensionneerde kapiteins met f 0.40.
20 25 jaar
25 30
30 35
35 40
f 1
1.20
1.40
1.60