"V A. IR, I
Vereeniging tot onderlinge assurantie
van officiers-rijpaarden.
Aan H. H. Leden wordt kennis gegeven, dat de Jaarlijksche algemeene
vergadering, bedoeld in artikel 6 van het Reglement, zal plaats hebben
op Maandag den 30en Januari a. s.
Punten van behandeling:
a. Verslag over den toestand der vereeniging.
b. Voorstel tot wijziging van de artikelen 2, 4, 7, 11, 12, 15, 17, 18,
21, 22 en 23 van het Reglement.
c. Verkiezing van een nieuw bestuur.
Wat sub. b aangaat wenscht het bestuur aan H. H. Leden voor te
stellen de genoemde artikelen voortaan te doen luiden als volgt
Artikel 2. Door verlies van een paard wordt verstaan:
het sterven van een paarddit geldt voor alle gevallen, als: ziekte,
verdrinken, brand enz.
het afmaken van een paard.
De noodzakelijkheid van afmaken moet door een militairen paarden
arts, door een Gouvernements-veearts of bij ontstentenis van beiden door
twee leden der vereeniging, en zoo ook deze niet aanwezig zijn, door
eene commissie van twee met-leden geconstateerd worden, en wordt geacht
alleen te bestaan
1. bij ongeneeslijke besmettelijke ziekten.
2. bij ongeneeslijke ziekten, tengevolge waarvan het paard binnen
kort toch zou moeten creveeren.
3. bij breuk van een der ledematen.
Medelijden met het paard, m. a. w. het doel om het lijden van het dier
in sommige gevallen te verkorten, mag nimmer de drijfveer tot afmaken
zijn.
Artikel 4. De vereeniging wordt bestuurd door een directeur en twee
commissarissen, leden der vereeniging, te Batavia in garnizoen.