6
dat wij ditmaal met volharding zouden te werk gaan en volhouden,
totdat het doel onderwerping en pacificatie van het geheele land
zou verkregen zijn
Immers neen!
Wij zouden daarom thans de blokkade veel langer hebben moeten
volhouden dan vroeger; de Atjehers, die ons hadden leereri kennen,
die het nut hadden leeren inzien te trekken uit Nisero-quaesties, uit
geslepen veinzerij omtrent medewerking in ons belang enz. enz.
zouden volgehouden hebben zoo lang zij kondenzij zouden er op
gerekend hebben, dat wij weder spoedig te zwak zouden zijn be
vonden, om consequent een beginsel door te voeren en daarop door
te gaan, zij zouden gerekend hebben op de velerlei klachten van den
Engelschen handel uit de Straits, als door de blokkade vooral de
peper onuitgevoerd moest blijven liggen, maar ten slotte zouden zij
toch hebben moeten zwichten, als wij in weerwil van dat alles had
den weten te volharden in ons voornemen, en ik durf dit zeggen, in
weerwil van al de argumenten aangevoerd om aan te toonen, dat de
blokkade niet aan de verwachtingen zou beantwoorden, want, nog eens
Een land als het Atjehsche, welks bronnen van bestaan men door
eene krachtige blokkade nagenoeg volkomen kan stoppen, kan zich
op den duur niet staande houden, wordt gedwongen tot onderwerping,
als eene mogendheid dat geweldige oorlogsmiddel toepast en met
volharding doorzet.
Het spreekt van zelf, dat op Groot-Atjeh hetzelfde stelsel had
moeten gelden als in de Onderhoorigheden en dus alle uitvoer uit
onze stelling naar buiten de linie ook had belet moeten worden.
Alle bronnen van toevoer moesten tegelijk gestopt worden.
Was dus in 1884 die blokkade toch het aangewezen middel?
Heen! Het aangewezen middel was toen scheepvaartregeling, wat
Scherer wilde.
Waarom
Om vele redenen.
Was de regeling der controle op handel en scheepvaart van den
Generaal v. d. Heijden niet goed, door de vele en groote belemme
ringen, den handel daardoor in den weg gelegdwaren dan ook de