I)E ONDERWERPING VAN ATJEH. Vervolg van bh. 53). (Slot). De Atjeh-oorlog knaagt aan ons Kolo niaal bezit, hij moet eindigen. Laten wij eindelijk aan de beschaafde wereld toonen, dat wij daartoe in staat zijn. Wij komen nu aan punt 2 van Scherer's voorstellen. „Het meester worden op de kust, niet in naam, maar inderdaad door „het volgen van eene gedragslijn, die men met korte woorden kan „hestempelen als: ons aansluiten bij de zwakken en verdrukten en met „hen de sterkeren in toom houden". Het meester worden op de kust, niet in naam maar inderdaad bereitct men met, door het helpen vechten van zwakken en verdrukten' tegen sterkeren, waarop Scherer's voorstel feitelijk neerkomt maar door de scheepvaartregeling, hiervoren aangegeven. Scherer zelf 'bewijst dit trouwens met de door hem aangehaalde voorbeelden. In Pasangan bracht de vereeuiging van zwakken den sterkere in het nauw, maar, zegt Scherer o.a: „Dit resultaat zouden zij niet zoo spoedig verkregen hebben, als zij „zich alleen door de wapens recht hadden moeten verschaffen" Neen zeker niet; het was, zooals Scherer zelf erkent, de sluiting van Pasangan, of met andere woorden gezegd: „de onttrekking van „de voordeelen der scheepvaartregeling aan Pasangan", die voorna melijk de onderwerping teweegbracht. Eu het was niet voornamelijk dit onttrekken van de voordeelen er scheepvaartregeling, het was eenig en alleen deze maatregel, die et succes bracht en het vechten van de zwakken door onze hulp'had achterwege kunnen blijven, had zelfs achterwege moeten blijven. Dat bewijst het volgende voorbeeld. Dl. I, 1893.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 100