221
voedingsmiddel in den Fransch-Duitschen oorlog met voordeel is
gebruikt.
De proeven genomen op Atjeii met de verstrekking van gort,
stokvisch, volksspijs, Australisch vleesch in blikken, enz. hebben ge
leerd, hoe weinig er noodig is om den soldaat tegen eenig erkend
goed voedingsmiddel in te nemen. Zeker moet bij de vaststelling van
een militair ration de smaak van den man niet het eenige richtsnoer zijn
niettemin dient er rekening mede te worden gehouden, en alles dient
te worden vermeden, wat aanleiding kan geven tot vooroordeelen tegen
eenig voedingsmiddel, zoowel in 't belang van den man, als in dat
van het Leger. Heeft zich zulk een vooroordeel eenmaal gevestigd,
dan is men dikwijls genoodzaakt ter wille van de zaak daar concessie
aan te doen, zooals uit de geschiedenis der voeding op Atjeh is ge
bleken. Ons komt het dus wenschelijk voor geen proef met de
„Dauernahrung" bij den troep te nemen, wanneer deze niet luchtdicht
is verpakt. Dat zou voldoende zijn om de geheele proef te doen
mislukken en den man een afkeer in te boezemen tegen deze uitzon
deringsvoeding. Slechts als zoodanig kan men de tabletten van Dr.
Lübbert waarde toekennen.
's Gravenhage
Wageningen
31 Maart 1892.
D. Wafelbakkkr,
Arts, officier van gezondheid 1°. kl.
H. P. M. van Altena,
Kapitei n-k wartiermeester.
{Slot volgt).