226 zuinig met de munitie moet zijn, is het zaak geen schot verloren te laten gaan Evenzoo zal bij het vuur beneden 1500 M. bij het veldkanon en 1000 M. bij het bergkanon geene vermeerdering van T. noodig zijn, daar men dan bij normale T. reeds vrij lage springpunten krijgt. Doorgaans is een terrein toch wel zoo begroeid, dat zich in de nabijheid van het doel terreinvoorwerpen van 3 a 4 M. hoogte voordoen. Vuurt men op een terrein, waar men mag verwachten de A. der G. K. T. te kunnen waarnemen, dan zal er, afgescheiden van de omstandigheid dat lage springpunten weinig uitwerking verzekeren, geen reden bestaan om overigens die springpunten ter verkrijging van den juisten afstand niet te verkiezen. Indien men strikt van het denkbeeld uitgaat, om alleen te kunnen observeeren indien de rookwolk zoo laag is, dat zij een gedeelte van het doel bedekt, dan kan men wel voor goed afzien van het inschieten met G K. T. Welke springhoogten zoude men dan b- v. verlangen bij het vuren tegen eene tirailleurloopgraaf? En hoe zoude men zich dan ooit kunnen inschieten met de St. Mortieren van 7 cM. A. waar men al met springhoogten van 4 a 6 M. tevreden is bij het grens- en groepschieten Mijne overtuiging is het, dat men zonder zijpost niet met G. K. T. op middelbare en groote afstanden kan inschieten en dat het er bij eene behoorlijke plaatsing van een zijpost niet op aankomt of de springpunten wat hooger of lager vallen. In dit opzicht geven ons de practische oefeningen veel leerrijks te aanschouwen. Neemt men aan, dat het niet altijd noodig zal zijn met vermeerderde T. grens te schieten (ter beoordeeling van den vuurleider) dan moet men dit ook niet bindend voorschrijven. Men vangt het grensschieten dus aan met die T,, die men in verband met de verlangde S. H. wenschelijk acht. Nu wordt het vuur verder ge heel naar de waarnemingen der springpunten geregeld. Meestal brengt men de springhoogten bij het grensschieten niet in rekening. Dit is ver keerd, daar deze toch aanwijzingen geven voor latere correcties in T. Yeelal toch doet men minstens 6 a 8 grensschoten, alvorens men het vuur voortzet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 229