227 Moet men nu de gegevens, die men, wat T. betreft, met deze schoten heeft verkregen, geheel voorbijgaan, en dat terwijl men juist hoofdzakelijk eeue goede T. zoekt? Men houde dus ook aanteekening van de springhoogten gedurende het grensschieten. Al wat men uit proefschoten kau afleiden, benutte men. Gaat men nu verder af op de waarneming van de ligging der springpunten, dan doet het er niets toe, of de G. R. T. al of niet aanslagen maken, mits men de springpunten na die A. goed kan waarnemen. Een A.waarvan men het springpunt niet heeft kunnen waarnemen, wachte men dus wel om als in rekening te brengen, daar het projectiel zeer goed -J- kan zijn gesprongen. In dit geval is het schot niet waargenomen. Bij een A. -J-, gevolgd door het hooren springen van het projectiel, mag men natuurljjk het schot altijd als -f- in rekening brengen. Even zoo rekenen alle springpunten na A. mede. Heeft men eenmaal het doel tusschen verschillende springpunten en -j- ingesloten, zoodanig dat men volgens den Leidraad hieruit tot het voortgezet vuur mag besluiten, dan mag men wel direct aannemen de juiste T. te hebben gevonden, maar niet onvoorwaardelijk de juiste O. H. De O. H. en T. beide kan men toch alleen afleiden uit de verkregen intervallen en springhoogten. Heeft men alleen de inter vallen afgeleid, dan weet men ook alleen de T. en niets anders, wel te verstaan indien omtrent den brandtijd der buizen niets bijzonders is bekend. Stel, men heeft op 1500 M., T. 1525 M., 4 schoten gedaan, waarvan 2 en 2 -f- met eene gemiddelde springhoogte van 6 M. Het gemiddeld springpunt ligt dan in het doel; de O. H. zal dan echter 50 M. te groot zijn, daar bij eene springhoogte van 6 M. een interval t/o van het einde der baan van 50 M. behoort. Men zou dan in dit geval 50 M. parallel moeten teruggaan en het vuur voort zetten op 1450 M., T. 1475. Laat ons nu eens zien, hoe men in een dergelijk geval volgens den Leidraad had moeten handelen. Tijdens het grensschieten had men goed waarneembare springpunten, dus behoefde het hoog vallen der springpunten geen reden tot wijziging der T. te zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 230