273
REGLEMENT DER VEREENIGING TOT ONDERLINGE
ASSURANTIE VAN OFFICIERSRI.TPAARDEN (1).
A. Doel der Vereeniging.
Art. 1. Het doel der Vereeniging is den officieren van het Neder-
landseh-Indische Leger, die gerechtigd zijn tot het houden van rijpaarden,
alsmede den in art. 14 bedoelden officieren de gelegenheid te geven elkander
onderling, bij verlies van een paard, een zekere som te waarborgen tot
tegemoetkoming in den aankoop van een nieuw paard.
Art. 2. Door verlies van een paard wordt verstaan:
a. het sterven van een paard; dit geldt voor gevallen, als ziektever-
drinken, brand, enz.
1). het afmaken van een paard.
De noodzakelijkheid van afmaken moet door een militairen paarden
arts, door een gediplomeerd veearts of bij ontstentenis van beiden door
twee leden der Vereeniging, en zoo ook deze niet aanwezig zijn, door
eene commissie van twee niet-leden geconstateerd worden, en wordt geacht,
alleen te bestaan:
1. bij ongeneeslijke besmettelijke ziekten.
2. bij ongeneeslijke ziekten, tengevolge waarvan het paard binnenkort
toch zou moeten creveeren.
3. bij breuk van een der ledematen.
Medelijden met het paard, m. a. w. het doel om hot lijden van het dier in
sommige gevallen te verkorten, mag nimmer de drijfveer tot afmaken zijn.
Art. 3. Wordt in één der gevallen, in art. 2 bedoeld, vau Rijkswege
vergoeding gegeven, dan wordt door de Vereeniging geene uitkeering
gedaan.
B. Het Bestuur.
Art. 4. De Vereeniging wordt bestuurd dooi' één Directeur en twee
Commissarissen, leden der Vereeniging, te Batavia in garnizoen.
Het bestuur is gerechtigd een der te Batavia aanwezige militaire paar
denartsen uit te noodigen als derde commissaris op te treden, ook al is
deze geen lid van de Vereeniging.
(1) De Redactie van het Ind. Mil. Tijdschrift heeft het Bestuur welwillend in de
gelegenheid gesteld, het gewijzigd reglement in het Tijdschrift te publiceeren; separate
afdrukken zijn ter beschikking van leden, die zo wenschen te ontvangen.
Het Bestuur.