286
Aanvankelijk werden ter beproeving twee soorten uitgezonden,
namelijk het TT alsroder en het A'oóe^kruit, terwijl later nog eene
derde soort het Troisdorfkrmt ontvangen werd. Het is de laatstge
noemde soort, welke tot de samenstelling der munitie van het nieuwe
repeteergeweer is aangewend.
Alvorens tot de vermelding der proeven over te gaan, laten wij
hier eene korte beschrijving dezer drie kruitsoorten volgen.
Het TT7alsroderkvmt behoort tot die soortenwelke nagenoeg
uitsluitend uit zuiver schietkatoen bestaan. De organische structuur
daarvan is volkomen vernietigd door het in eenig oplossingsmiddel
op te lossen (azijnaether) en dit daarna weer te doen verdampen. Het
komt voor in den vorm van geelbruine, harde, hoornachtige schilfers,
die de gedaante hebben van een vierzijdig prisma ter hoogte van 0.3 mM.
met 1.5 mM. zijde, 't Gewicht van een korrel bedraagt ongeveer 0.001
gram. Het bezit een aangenamen aetherischen geur, overeenkomende
met dien van azijnaether, welke stof alzoo kennelijk bij de fabricage
is gebruikt en niet volledig is uitgedreven. Hoewel soortelijk zwaar
der dan water (s. g. 1.60) kost het toch moeite het daarin te
doen bezinken, daar de korrels met het oog op hare lichtheid en
groot oppervlak slechts bezwaarlijk den samenhang van den vloei-
stofspiegel kunnen verbreken. Aan de lucht ontstoken, verbrandt
het langzaam en kalm met een heldere gele vlam, zonder rook te
verspreiden. De voortgang van het verbrandingsproces is zóó lang
zaam, dat men het gemakkelijk door blazen of met behulp van een
waterstraal stuiten kan. Het is in water zoo goed als onoplosbaar
en is dan ook na te zijn bevochtigd en daarna te zijn gedroogd nog
even bruikbaar als voorheen. Het is zeer gemakkelijk met eene
gewone vlam, b.v. met een lucifer tot ontsteking te brengen even
eens met behulp van een knalpraeparaat. Daarentegen is de ontste
king met behulp van electrische vonken zeer moeielijk. Bij lang
zame verwarming ontploft het bij circa 170°C.
Het Nobelkruit daarentegen behoort tot die praeparaten, welke
gedeeltelijk uit schietkatoen, gedeeltelijk uit nitroglycerine bestaan.
Het komt voor in de gedaante van kubusvormige korrels, die met
eene geringe hoeveelheid graphiet geglansd zijn. De korrels zijn zoo
zacht, dat zij met den nagel gesneden kunnen worden. De dichtheid