IETS OVER DE SCHERMKUNST.
Nut.
1°. Uit een militair oor/punt.
Alvorens iets van het eigenlijke schermen te zeggen, zal* het
misschien niet van belaDg ontbloot zijn op het nut van eene zoo bij
uitstek militaire oefening te wijzen. Wel is dit ten opzichte van
het bajonetschermen reeds voor mij gedaan in eenige opstellen, opge
nomen in het Indisch Militair Tijdschriftdoch ik heb opgemerkt
dat er nog collega's zijn, die de schermkunst wettigen als een traditie,
maar het nut er van in twijfel trekken of uiterst gering achten.
Sommigen, slechts sprekend van officieren, verwachten in het
o-evecht zooveel van hunne revolver, dat ze de bewapening met een
sabel bijna als overtollig beschouwen. Anderen beweren, dat in het
gevecht de schermkunst met hare schijnhouwen toch niet gevolgd
wordt, en dat meu er dan slechts op losslaat als een boer, die een
stok aanvat om zich te verdedigen. Daar is werkelijk wel iets van
aan, doch men vergeet, dat het vertrouwen in zijn wapen slechts
verkregen wordt door oefening daarmee. Een goed schermer voelt
zich fier als hij zijn wapen opvat, een gevoel zooals het paardenvolk
heeft als het op de eenvoudige infanteristen neerziet. Een ontwik
keld men8ch mag dat gevoel nu dwaas vinden en van zich af redeneeren,
een eenvoudig soldaat doet dat niet en acht zich meer dan een andet
als hij meester op een of ander wapen is.
Weer anderen geven toe, dat het schermen voor de minderen nog
wel nut heeft, maar dat eene stelselmatige oefening daarin te veel
tijd zou vereischen en dat de resultaten dat tijdsverbruik niet zouden
wettigen. Zij beschouwen het schermen meer als eene exercitie ol
gymnastische oefening. Mij dunkt, dat het ook tegenwoordig als
zoodanig wordt onderwezen, op die manier worden echter weinig
ft