408 de eer van dien veldheer is die van het Indische leger, haar te verdedigen derhalve onze plichi. Uit onbekendheid of een verkeerd inzicht in toestanden en gebeur tenissen, wordt generaal de Koek een onrecht ten laste gelegd, dat algemeen geloofd wordt. Dit onrecht willen we trachten te wederleggen, en hebben we tot dat doel de voornaamste geschiedboeken over den Java-oorlog geraad pleegd. Alvorens tot de hoofdzaak over te gaan, achten wij het niet over bodig, om, tot goed verstand van 't geheel, eenige gebeurtenissen, die den opstand van Dipo Negoro voorafgingen, in herinnering te brengen. Dipanegara, in onze geschiedenis meer bekend onder den naam van Dipo Negoro, omstreeks 1788 geboren, was de onwettige zoon van bultan Hamangkoe Boeana III (ïtodjo) en oudere broeder van diens opvolger Hamangkoe Boeana IY (Djarat). Ofschoon het in de Vorstenlanden niet vreemd was, dat onechte zonen hun vaders opvolgden, zoo werd Dipo Negoro de weg tot den troon afgesneden door oudere broederstoch beschouwde de trotsche, heerschzuchtige prins den sultanszetel als hem van rechtswege toekomende. Te grooter waren zijn ergernis en wrevel, een jongeren broeder op den troon te zien, vooral daar hij dezen minachtte om diens Holland- sche gezindheid. Dipo Negoro haatte al wat Europeaan was, en reeds tijdens den resident Kahuijs heeft hij meermalen getracht den Sultan in zi;n haat te doen deelen en hem aangehitst, de blanken uit 't land te verdrijven- Doch Sultan Djarat, een goedaardig en vredelievend man, wilde daar niet van hooren, en, ten laatste het voortdurend intrigeeren moede, veizocht hij den prins, nooit meer dergelijke zaken met hem te behan delen. „Ge doet vergeefsche moeite", zoo sprak hij, „ik heb niet te klagen over het Nederlandsehe Gouvernement, en de resident Nahuijs behandelt mij als een oprecht vriend''. Op het sombere gelaat van Dipo Negoro teekendeu haat en ijver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 411