551 teruggesteld, wanneer hij tot tweemaal toe niet aan de overgangsproef heeft voldaan, maar kan hij deze niet afleggen, dan heeft hij niet verdiend hiertoe te worden toegelaten en is de gemakkelijke overgang van de eene naar de andere oefening, maar vooral het voorgeschrevene in 115, tweede alinea, hiervan de oorzaak. 115. tweede alinea: „Behalen zij in die vier oefeningen te zamen minstens 35 punten, dan komen zij weer in de oefening der le klasse, waarin zij het vorige schietseizoen waren". Zoude het niet aan deze alinea te wijten zijn, dat er zoo velen tot scherpschutter worden bevorderd, die het eigenlijk niet verdienen? Ieder middelmatig schutter kan het na verloop van tijd met gemak tot scherpschutter brengen. Is hij werkelijk een middelmatig en geen slecht schutterzoo kost het hem geene moeite ieder jaar den her halingscursus te doorloopen. Na afloop daarvan komt hij in de oefening, waarin hij het vorige jaar gebleven was. Nu een paar maal geluk bij het schieten en hij komt eenige stappen voorwaarts. Zoo sukkelt hij een paar jaar voort en staat hij eindelijk voor de overgangsproef, een beetje veine en hij is scherpschutter. Denk echter niet, dat hij een goed schutter is, hij is slechts middelmatig en dit blijkt dan ook het volgend jaar bij het doen der overgangsproef. 60 tot 70 °/0 voldoet er niet aan. Ieder schutter der le kl. moest dan ook wanneer hij aan den herhalingscursus heeft voldaan, naar de le oefening teruggaan. G. H. Berenschot, Kedong-Kebo9 Mei 1893. Kapitein der Infanterie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 554