iü6
In vroeger jaren waren reeds door de Regeering onderzoekingen
gedaan naar tin op het eiland Fiores, en wel naar aanleiding van
ingekomen berichten, als zoude de bevolking van Midden-Flores in
het bezit zijn van dat metaal, hetwelk zij als armbanden om den
pols draagt en bezigt bij het bezwaren der vischnetten. Onder ande
ren werd door den gewezen civieleu gezaghebber van Larantoeka,
den heer E. F. Kleian, op last der Regeering een onderzoek naar
tin op Fiores begonnen; doch wegens de minder goede gezindheid
der bevolking aan de Noordkust, die vreemden invloed vreesde, moest
dit onderzoek zonder eenig resultaat worden gestaakt. Een voorstel
aan de Regeering, om het vorenbedoelde onderzoek krachtdadig en
met geweld door te zetten, werd afgewezen, omdat men trachten wil
de, langs vredelievende wijze tot het doel te geraken. De Regeering
meende dit laatste te kunnen doen, op grond der mededeelingen van
de langen tijd op Fiores doorgebracht hebbende professoren Wighman
en Mac-Weber, dat zij bij hunne onderzoekingstochten geen last van
de bevolking te verduren hadden gehad. Professor Wighman be
weerde zelfs aan de Zuidkust de bevolking van Midden-Flores als
van een zachte en vredelievende inborst te hebben leeren kennen.
Terwijl alzoo voor een korten tijd niet meer aau de tinquaestie
werd gedacht, werd de aandacht op eens weder op Floi'es geves
tigd door eene concessie-aanvrage van een Duitscher, den heer
Langen, om op dat eiland mijnbouwkundige ontginningen te doen.
De aanvrage werd afgewezen omdat de Regeering de verplichting
niet op zich wilde nemen, den heer Langen tegen de bevolking te
beschermen, en wel uit overweging, dat bij het niet nakomen der
verplichting, zij wellicht in moeilijkheden met Duitschland zou kun
nen geraken.
Eenigen tijd later kwam nog eene aanvrage van den Neder-
landschen ingenieur van den Broeke, die door het Aardrijkskundig
Genootschap was uitgezonden om op Fiores onderzoekingen te doen.
Genoemde heer, verrijkt met de opgedane kennis van Noord-Flores,
meer speciaal van Larantoeka en Maumerie en op Java teruggekeerd
zjjnde, diende met nog eenige andere personen van invloed een re
kest aan de Regeering in, om toewijzing van 100.000 bouws grond
op Fiores, tot het doen van mijnbouwontginningen als anderszins.