- Ill
Geneeskundige dienst.
2 Officieren van Gezondheid.
Officier van Gez. 2e kl. J. Harte van Kuijff en
idem J. W. Kersbergen.
Dwangarbeiders
300 man van Soerabaia, onder opzicht van den len Luitenant der
Infanterie J. van Geelen en den Adjudant-onderofficier Misspnne.
De geheele macht stond onder bevel van den Kapitein der Infan
terie J. P. van Baarda.
Den 10en Mei 1890, des namiddags ten 1 ure, kwam de expedi-
tionnaire macht per spoortrein van "Willem I te Soerabaia aan en
den daaropvolgendeu dag scheepte zij zich in aan boord van de
Tambora, na zeer feestelijk door de burgerij en het garnizoen van
Soerabaia te zijn onthaald geworden.
De bestemming was de Aimérehbaai aan de Zuidkust van het
eiland Flores.
Ka eene reis van drie dagen kwam de Tambora den 14cn Mei
des morgens om 91/2 ure in de Aimérehbaai aan, (zie figuur I) al
waar de Gouvernementsstoomer „de Zwaluw" voor anker lag, en
aan eerstgenoemden bodem een geschikte ligplaats aanwees.
Aan boord van „de Zwaluw" bevonden zich de Resident van Timor
W. C. Hoogkamer, de mijningenieur J. C. van Schelle, de civiele
gezaghebber van Timor E. P. Kleian, en de posthouder van Endeh
Brugman. De expeditiecommandant begaf zich toen aan boord van
„de Zwaluw" om den Resident te complimenteeren en verder met
dezen eenige aangelegenheden, de expeditie betreffende, te be
spreken.
Tot recht begrip der zaak dient hier nog vermeld te worden, dat
te voren reeds door het Civiel Bestuur door tusschenkomst van
de bevriende kampong Soei in Mangeraai, onderhandelingen met de
bevolking der Rokkastreek waren gevoerd, ten doel hebbende, de
uitlevering te verkrijgen der schuldigen aan de overvalling der tin-
commissie en de teruggave der bij die gelegenheid geroofde goederen.
Bedoelde onderhandelingen hebben echter tot niets geleid de Rok-
kaneezen hadden op de aanmaning, dat de Compagnie zoude komen
om hen te straffen, geantwoord: „Laat haar maar komen; al zoude