123 Deze punten overwegende komt men tot de gevolgtrekking, dat het aanbeveling zou verdienen een korps te formeereu van, laat ons zeggen, 500 lichte, mobiele veldmortieren van 9 cM. Zij zouden kunnen beschouwd worden als een reservewapen, te gebruiken in de critieke oogenblikken van een veldslag. Zij zouden een machtigen moker" vormen in de handen van den opperbevelhebber; hij zou er slagen mede kunnen uitdeelen, waartegen niets bestand is en elke positie onhoudbaar kunnen maken. Door hun verticaal vuur zouden de mortieren gedurende een langen tijd het vuur der verdedigers in bedwang houden als de troepen ten aanval oprukken. Niet alleen zou deze mortiermassa van nut zijn voor aanvallende operatiën, maar ook bij de verdediging zou zij te zijner tijd met goed gevolg kunnen optreden. Want zoowel bij den aanval als bij de verdediging kan de massa van 500 mortieren geconcentreerd worden op een front en eene ruimte, die onbereikbaar zijn voor gewone veldartillerie. Het is waar dat het doen samenwerken van zooveel stukken de oplossing in zich sluit van sommige ernstige, schoon niet onoverko melijke moeilijkheden, voornamelijk in die gevallen waarin het doel onzichtbaar is. De ballon captif zou ongetwijfeld in sommige gevallen moeten aangewend worden, in andere gevallen zouden lichte, draagbare observatietorens moeten gebruikt worden. Men zou eene inrichting kunnen maken in den geest van de bekende brandladders. In het Duitsche leger gebruikt men een ladder van 30 KG., vervaardigd van stalen buizen, te bevestigen op een caisson, waardoor de waarnemer 3.6 M. in hoogte wint. Vijfhonderd veldkanonnen van 9 cM. zouden een personeel vorderen van 10.000 officieren en manschappen, benevens ruim 10.000 dieren. Het voorgestelde korps van 500 mortieren zou een personeel eischen van 4000 officieren en manschappen, benevens 2100 paarden of muil dieren. Bene 2e linie van 200 man en 1000 dieren zou dienen tot aanvulling der munitie. Op geene andere wijze ware het mogelijk een zoo overweldigend resultaat te bereiken met een zoo klein getal paarden en manschappen. Noot van den vertaler. Bovenstaande studio van Zalinsky soheen ons voor namelijk belangwekkend om 'Schrjjvers beschouwingen over de uitwerking van worp-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 134