127 Het hanteeren van de sabel is echter niet van den prevót op het geweer te vorderen en ook niet bepaald noodig, wanneer hij slechts geoefend is in het trekken met geweer tegenover sabel. Evenmin begrijp ik het nut: van het uit het hoofd leeren van de „Samengestelde bewegingen" uit de le Afdeeling (die moeten vervallen) en van de kenuis van de lessen uit de 2e Afd., te weten blz. 27, 5e alinea tot en met blz. 35. In den: „Leidraad bij de sehermoefeningen", in gebruik bij de Koninklijke Militaire Academie te Breda (van het jaar 1884), een werkje, dat mijns inziens aanbeveling verdient, staat op blz. 55 een: Slotbepalinginhoudende: Niet het hoofd (1), maar de vuist moet de volgorde der bewegingen bij het schermen aangeven. De gevechtsgangen moeten derhalve niet van huiten geleerd (1), maar zoo lang beoefend worden, dat den leerling het gevoel der doelmatige tegenbewegingen eigen is geworden. Slechts voortdurende en vlijtige beoefening maken de regels der schermkunst tot gewoonte, scherpen den blik (1), geven zelfvertrouwen, prikkelen het eergevoel en wekken moed en dapperheid op. Ik acht dan ook de kennis van het bovengenoemde uit de 1° en 2" Afdeeling ballast. Een ieder, die voldoende bedreven is in het trekken, kan de noo- dige lessen commandeeren, terwijl dit tevens eene goede oefeuing voor den onderwijzer is, vooral als de leerling er steeds op gewezen wordt, waarom op de eene of andere parade een bepaalde stoot volgt en men zijne aandacht weet te vestigen op het zich blootgeven van de tegen partij door eene parade. Zoo iets kan zelfs de domste spoedig begrijpen, omdat hij het zien kan, het oefent zijn oog (één van de hoofdzaken bij het scher men) en zal hem leeren zich zooveel mogelijk te dekken gedurende en na elke parade. Op het groote nut van korte nastooten moet herhaaldelijk worden gewezen. Blz. 2. Om tot meester op het geweer te worden bevorderd, moet de prevót (behalve de reeds van hem vereischte kennis) eene groote vaardigheid in het trekken bezitten, daarin onderwijs kunnen (1) De onderstreping is van mjj.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 138