129 - pelijk. De man is immers gewoon uit de recrutenschool, om bij wendingen op den hiel te draaien. Ik vond dit ook altijd veel ge makkelijker. Overigens zij men met het onderwijs in wendingen en passen spaarzaam. Al dat gedraai is onnoodig en zal op 't gevechtsveld, bij eene mêlee b. v., toch niet zoo worden uitgevoerd, terwijl de pas achterwaarts nooit mag voorkomen en niet mag beoefend worden, omdat onze weg steeds voorwaarts is en op het gevechtsveld de pas achterwaarts gevaarlijk is met het oog op struikelen over dooden of gewonden, dan wel door oneffenheid van het terrein. Laat, met het oog op de wendingen, bij het partij schermen de man zich verdedigen tegen een tegenstander, die om hem heen loopt en 't zij met sabel of geweer bewapend is, of wel laat hij zich ver dedigen tegen twee tegenstanders. Daardoor leert hij genoegzaam vlug naar verschillende zijden front maken. Behalve met passen geldt ook en zelfs in nog grootere mate met sprongen, het gevaar van die bewegingen op het gevechtsveld, en wel om dezelfde redenen als hierboven voor den pas achterwaarts zijn aangehaald. Daarom, nog eens, men zij matig in het onderwijs in passen en sprongen, of late het geheel achterwege. Bovendien geeft het onderwijs in den pas of sprong achterwaarts aanleiding, dat de min geoefende, schermend met eenen tegenstander, die wat flink optreedt, spoedig overgaat tot een aanhoudend retireeren, om aan de aanvallen van de tegenpartij te ontkomen, iets wat ik bij het partijschermen in Indië herhaaldelijk heb opgemerkt. Blz. 14, 16. Werpstoot. Hierbij moet toegelaten worden, dat de man niet uitvalt, maar den rechtervoet (achtersten vóet) brengt op een pas voorbij den linker en overigens den stoot uitvoert als voorgeschreven. De 2e aanmerking bij 16 is zeer juist, zóó juist, dat ze geheel en al overbodig is. Blz. 15, 17. In hoeverre het in deze paragraaf voorgeschrevene omtrent stooten van nut is, laat ik in het midden. Blz 19 en volgende. Samengestelde bewegingen. 25, 26 en 27 te doen vervallen, ingevolge het hier voren neergeschrevene omtrent de kennis voor prevóts.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 140